1. Je wordt onafhankelijker

Op reis is alles onzeker. Je boekt vooraf een verblijf, maar eenmaal op bestemming zie je pas de werkelijke situatie. Er kan van alles misgaan: je mist een belangrijke trein-overstap of je boeking blijkt niet goed doorgekomen. Thuis gebeuren er ook onverwachte dingen, maar dan ben je in je vertrouwde omgeving.

Als je alleen op reis gaat, ben jij de enige die de situatie ervaart. Je leert op eigen benen te staan en je groeit in je onafhankelijkheid. Zelfvertrouwen bouw je op door jezelf te leren vertrouwen.

2. Je verbreedt je wereld

Als je uit je vertrouwde omgeving stapt, ontmoet je sneller mensen die je anders nooit zou aanspreken. Ik ontmoet bijvoorbeeld andere soloreizigers of leg contact met lokale bevolking. Deze mensen hebben weer een compleet ander leven met eigen interesses, meningen en levenservaringen. Als je hiervoor open staat, verbreed je je wereld op alle vlakken. 

3. Je bepaalt zelf hoe sociaal je bent

Heb je geen zin om sociaal te doen? Sociaal zijn is geen verplichting. Zelfs in hostels zijn er mensen die aangeven dat ze even alleen willen zijn. Dat is helemaal oké.

4. Je doet alleen waar je zelf zin in hebt

Heb je zin om te ontbijten met taart? Ga ontbijten met taart! Is dat ene ijsje helemaal aan de andere kant van de stad jouw favoriet? Ga 'm halen! Als je alleen op reist bent, kun je precies doen waar jij zelf zin in hebt.

5. Je doet alles op jouw eigen tempo

Als je alleen op reis bent, hoef je niet sneller te reizen dan je wil of juist te wachten tot je reisgenoot uitgekeken is. Ben je moe? Dan rust je uit totdat jij weer opgeladen bent. Heb je juist veel energie? Dan prop je je dagen lekker vol. Je stelt niemand teleur. Wanneer doe jij nou eens echt alles wat jij wilt?

Voor mij was soloreizen de beste keuze van mijn leven. De mensen die ik onderweg heb leren kennen en de kansen die op mijn soloreis-pad kwamen, zijn super waardevol. Ik heb er de mooiste herinneringen aan en zelfs levenslessen geleerd.