Sportdeskundigen pleiten voor een cultuuromslag in de jeugdsport, waarin plezier prevaleert boven presteren. Steeds meer sportbonden en –clubs passen hun spelregels aan voor kinderen tot 12 jaar en stellen het selectiebeleid ter discussie. Maar ze stuiten daarbij nog vaak op weerstand van ouders en trainers, blijkt uit onderzoek van tv-programma De Monitor (KRO-NCRV).
Volgens Nicolette Schipper van Veldhoven, lector sportpedagogiek aan de hogeschool Windesheim heerst er in de sport een oud dogma waarin winnen centraal staat. Er is een vicieuze cirkel ontstaan, stelt zij. ‘Bestuurders willen winnen en ouders willen dat hun kind geselecteerd wordt in een eerstelijnsteam, waarin het kind alle kansen krijgt om vooral zo goed mogelijk te worden in zijn of haar sport. De ouders gaan druk zetten op de club en verliezen uit het oog wat het belang is van het kind.’ En dat is volgens de sportpedagoog niet ‘winnen’ en ‘de beste willen zijn’. Een rondgang van De Monitor samen met weekkrant Kidsweek onder ruim 350 sportende kinderen op de basisschool, bevestigt dit: slechts 1 op de 5 kinderen vindt winnen belangrijk. Ruim negentig procent wil vooral plezier hebben in zijn of haar sport.
Gevolgen: meer blessures en sportuitval onder pubers
Verschillende deskundigen spreken in De Monitor hun zorgen uit over de gevolgen van deze prestatiedruk in de jeugdsport en het daaruit voortvloeiende selectiebeleid. ‘Met name in het voetbal en hockey zie ik kinderen die door hun eenzijdige trainingen en trainingsschema’s veel blessures krijgen,’ zegt kinderfysiotherapeut Roy Schaaij van Medicort (FysioHolland). ‘Kinderen worden heel goed in één sport. Maar door deze eenzijdige belasting raken hakken, knieën en enkels vaak overbelast. Zeker als ze net in een groeispurt zitten.’
Volgens de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB) valt daarnaast maar liefst twee derde van de jeugdleden uit rond de puberteit. En dat komt volgens de bond onder meer door de druk en het presteren in een selectieteam. Kinderen die niet in een selectieteam zitten zouden zich juist onvoldoende gemotiveerd of uitgedaagd voelen. Onderzoek toont bovendien aan dat talentherkenning op jonge leeftijd onbetrouwbaar is, waardoor de laatbloeiers gemist worden. Clubs lopen daarmee dus potentieel talent mis.
Bij elkaar opgeteld voldoende redenen voor de hockeybond om een scherp advies uit te brengen: kinderen tot 12 jaar zouden maximaal twee keer per week moeten trainen. En ze moeten niet meer op niveau worden ingedeeld.
Nieuwe speelwijze stuit op weerstand van ouders
Steeds meer hockey- en voetbalclubs experimenteren dan ook met een nieuwe speelwijze, waarbij er niet meer op niveau geselecteerd wordt. Maar sportdeskundigen, bondsbestuurders en trainers stellen in De Monitor dat ze daarbij vaak op weerstand van ouders stuiten. ‘Het blijkt moeilijk om ouders en trainers hier echt in mee te krijgen. Wij zien als we het aantal trainingen terugschroeven dat sommige ouders alternatieven gaan zoeken; ze huren gewoon bij omliggende clubs een veldje. Vorig jaar hadden we een team van vijftien jongens waarvan er zes geblesseerd waren. Dan krijgen we telefoontjes van huisartsen: ‘Wat doen jullie?’’ Aldus een bestuurder van Hockey Club Rotterdam.
Zowel de KNHB als de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB) laten De Monitor in een reactie weten dat ze het veelbesproken selectiebeleid aan de clubs overlaten. Wel denken ze na over een nieuwe competitiestructuur, waarbij er meer nadruk ligt op plezier en ontwikkeling.
De Monitor, zondag 24 maart bij KRO-NCRV om 22.40 uur op NPO 2.
Kijkers/luisteraars kunnen met vragen/opmerkingen terecht bij het Klant Contact Centrum:
E: info@kro-ncrv.nl
T: 035-6726880