Het lijkt een gewone doordeweekse avond in 1995 als Noa na haar sporttraining naar huis fietst. Maar het wordt een avond die haar leven voor altijd verandert: ze wordt slachtoffer van de Utrechtse serieverkrachter. In de documentaireserie App me als je thuis bent vertelt ze hoe dit trauma haar nog altijd achtervolgt en wat haar uiteindelijk helpt om zich beter te voelen.
Tot op de dag van vandaag wordt Noa (45) herinnerd aan het trauma dat ze dertig jaar geleden oploopt. ‘Ik heb een leven vóór en een leven ná,’ vertelt ze. ‘De triggers zitten in kleine, dagelijks dingen. Bijvoorbeeld als ik boodschappen doe, naar de houdbaarheidsdatum kijk en 3 oktober zie staan. Het is er bewust en onbewust, elke dag.’
3 oktober 1995
3 oktober 1995 is namelijk de datum waarop het leven van de dan vijftienjarige Noa voor altijd verandert. ‘Ik fietste terug van sporttraining. Een klein stukje van de route loopt door het bos. Toen ik daar fietste, pakte een man me bij mijn staart. Hij zei dat hij een mes had en dat ik met hem mee moest.’ De man neemt Noa onder bedreiging mee naar een veld. Daar wordt ze verkracht.
'Ik kreeg het gevoel dat ik mensen beschadigde met mijn verhaal, toen ben ik het maar alleen gaan dragen'
Alleen in het verdriet
Als Noa thuiskomt, bellen haar ouders gelijk de politie. Samen met haar moeder doet ze aangifte. De volgende dag gaat ze ‘gewoon’ weer naar school. ‘Ik wilde het eigenlijk heel graag in de klas vertellen, want ik wilde het kwijt, maar de mentor vond dat geen goed idee. Het leek hem te heftig voor de andere jonge leerlingen. Maar het gevolg was dat ik rondliep met een groot geheim.’
Noa deelt met haar vriend en met drie vriendinnen wat haar is overkomen. Zij reageren lief, maar voor de meeste mensen in haar omgeving blijft het erg lastig hoe er mee om te gaan. ‘Ik wilde er over praten, maar ik kreeg het gevoel dat ik mensen beschadigde met mijn verhaal. Toen ben ik het maar alleen gaan dragen.’ Ze belandt in een diep dal.
Even niet alleen
Als Noa in de vijfde klas zit – de bewuste avond is dan ongeveer één jaar geleden - ziet een van haar leraren dat het niet goed met haar gaat. ‘‘Vertel maar’, zei hij. Met hem heb ik vervolgens heel veel gepraat. Dat heeft enorm geholpen; ik heb me even niet alleen gevoeld.’
Langzaam klimt Noa uit het dal. Maar als ze gaat studeren, gaat het weer bergafwaarts. De dader loopt in die periode nog altijd vrij rond. Ze ziet zelfs posters hangen op de universiteit waaraan ze studeert: Let op: de serieverkrachter is weer actief. ‘Een klap in mijn gezicht.’
‘De vloer zakte onder mijn voeten vandaan'
Pijnlijke confrontatie
Jarenlang duwt Noa het trauma weg door hard te studeren en te werken. En dan wordt het 2014. Noa heeft haar leven op de rit met een goede baan en net een positieve zwangerschapstest van een tweede kindje.
Plotseling gaat de telefoon. ‘Politie Utrecht. We hebben hem,’ zegt een agent aan de andere kant van de lijn. Noa: ‘De vloer zakte onder mijn voeten vandaan. Het was een confrontatie met iets wat ik heel diep had weggestopt.’
De zitting
Noa is aanwezig bij de zitting. Omdat er bij haar destijds geen DNA-materiaal wordt gevonden, komt haar eigen verhaal niet aan bod. Vier andere aangiftes worden wel voorgelezen. ‘Alles werd blootgelegd. Woord voor woord. Het was vier keer mijn verhaal. Vier keer mijn verkrachting.’
Na de zitting is Noa terug bij af. ‘Ik had continu flashbacks en nachtmerries.’ Ze probeert te doen wat ze altijd doet: hard werken en gewoon doorgaan. ‘Maar er was geen ontkomen meer aan.’
'Het is zo belangrijk om te kunnen praten, mijn stem te gebruiken en gehoord te worden'
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Toch lukt het Noa om opnieuw uit het dal te klimmen, wederom doordat ze er met iemand over kan praten. ‘Een coach is zelfs tot twee keer toe met mij naar het veld gegaan. We hebben daar gezeten en steeds vertelde ik mijn verhaal opnieuw.’
Steeds als Noa met iemand over haar trauma kan praten, gaat het beter met haar. ‘Daarom werk ik ook graag mee aan App me als je thuis bent, om het enorme taboe op verkrachting te doorbreken. Er lopen zoveel vrouwen rond die hier niet over kunnen praten. Ik had geen stem toen ik door deze man werd vernederd en misbruikt. Het is zo belangrijk om te kunnen praten, mijn stem te gebruiken en gehoord te worden. Daar zit een stuk erkenning en daar vindt de verwerking plaats’.
*Noa is een gefingeerde naam. De naam is bij de redactie bekend.