Een appeltaart, maar dan ondersteboven. Dát is de tarte tatin. Deze Franse klassieker bouw je namelijk zó op: eerst karamel, dan appeltjes en tot slot een deken van bladerdeeg. Een omgekeerde taart kun je ook maken met peer, rabarber of mango. Meer fan van hartig? Gebruik dan tomaten of pompoen! De BinnensteBuiten-chefs laten zien hoe je een tarte tatin in een handomdraai op tafel zet.
Ondersteboven appeltaart
Bij appeltaart denk je waarschijnlijk aan de oud-Hollandse versie, met zure appeltjes, rozijnen, kaneel en deeg in ruitjes bovenop. De tarte tatin is nét even anders. Deze Franse klassieker betreft namelijk óók een appeltaart – maar dan ondersteboven. En achter die uitvinding schuilt een grappig verhaal!
De tarte tatin is namelijk per ongeluk ontstaan. De Franse zusjes Stephanie en Caroline Tatin namen het hotel-restaurant van hun vader over, dat vaak vol zat. In alle haast vergat één van de zusjes Tatin -tijdens het bereiden van een dessert- het deeg in een appeltaart te stoppen. Ze trok de appeltjes uit de oven, en legde het deeg alsnog bovenop. Na het bakken werd de taart omgedraaid et voilà: de tarte tatin was geboren.
Een hoop varianten
De klassieke, Franse versie van een tarte tatin bestaat uit appels, karamel en bladerdeeg. Die bouw je omgekeerd op: karamel gaat als eerst de bakvorm in, gevolgd door appelparten en ingestopt door bladerdeeg. Niet een grote appeleter? Gebruik dan bijvoorbeeld peren, rabarber of mango. Of wat er in het seizoen is!
Meer fan van hartige gerechten? Je kunt het fruit in de klassieke tarte tatin ook vervangen door groenten! Denk aan een variant met sjalotten, tomaten of pompoen. Nog wat miso bij de karamel, en jouw tarte tatin kan niét mislukken.
De perfecte appels voor tarte tatin
Gifgroene Granny Smith, Cox Orange, Elstar of Goudrenetten: in het verse supermarktschap kun je eindeloos veel appelsoorten vinden. En als je met appels aan de slag gaat, dan wil je natuurlijk wél de beste appelsoort kiezen. Welke appeltjes moet je gebruiken voor een tarte tatin?
Voor baksels werken stevige, zoetzure soorten meestal het best. Een appel die stevig blijft in de oven en na het bakken zijn frisse smaak nog heeft – dat is het doel. De Goudreinet is daar een goed voorbeeld van: zoetzuur, sappig en (na het bakken) toch zacht genoeg in je mond. Ook de Jonagold en de Elstar zijn geschikt voor ovenbaksels. Stop de appels in onder een dekentje van bladerdeeg, en je hebt een tarte tatin!