Drie jaar geleden overlijdt Peter R. de Vries op 64-jarige leeftijd. Presentator Annemiek Schrijver spreekt met de misdaadjournalist in De verwondering in oktober 2001. In een intiem gesprek vertelt hij over de band met zijn vader en zijn beroep. ‘Hoe meer je weet van iemand die een misstap begaat, hoe meer je ervan begrijpt.’ 

In De verwondering ontvangt Annemiek Schrijver gasten uit verschillende religieuze tradities met uiteenlopende maatschappelijke achtergronden. De Vries en Schrijver hebben een gesprek over eerzucht, lef, woede en nieuwsgierigheid.

 

Een hoop narigheid 

Ten tijde van het interview in 2001is De Vries al 23 jaar actief als misdaadjournalist. Hierover vertelt hij: ‘Heel vrij vertaald ben ik altijd met rottigheid, leed en verdriet bezig. Ik geloof niet meer zo in het goede van de mens en ben een behoorlijk cynisch persoon geworden.’ 

Hij vervolgt: ‘De misdaad zelf is stomvervelend. Hetgeen wat mij boeit is de achtergrond. Daar word ik ontzettend door geïntrigeerd. Wat beweegt iemand ertoe om een misdrijf te begaan waardoor je leven voor altijd veranderd?’

'Ik geloof niet meer zo in het goede van de mens'

In staat om bergen te verzetten

Zaken zoals de moord op Nicky Verstappen, de moord op Marianne Vaatstra, en De Puttense moorzaak gaan De Vries extra aan het hart. Hetzelfde geldt voor de ontvoering van Alfred Heineken. In 1987 schrijft De Vries het boek De ontvoering van Alfred Heineken. Hiervoor correspondeert hij 2,5 jaar lang met Cor van Hout (één van de ontvoerders, red.), die op moment in de gevangenis zit. ‘Ik had niet voorzien dat het zo lang zou duren.’

'Als ik ergens aan begin, gooi ik niet na een paar maanden de handdoek in de ring'

De Vries is een gedisciplineerde man: ‘Maar als ik ergens aan begin, dan gooi ik niet na twee maanden de handdoek in de ring. Dat is loyaliteit aan jezelf. Niet afhaken als het moeilijk wordt, maar doorzetten. Door deze instelling kon ik het boek schrijven. In principe is het zo dat als ik echt iets wil, het me ook lukt. Dan verzet ik bergen om het te bereiken. Daarin ben ik heel volhardend.’ 

 

‘Het geloof was niets voor mij’

De Vries weet al vroeg dat het geloof er voor hem niet in zit, ondanks meerdere pogingen van zijn ouders. Hij voelt er niks voor, maar heeft ook triviale redenen. De Vries: ‘Dan moest ik in de avond naar de kerk, terwijl ik Studio Sport wilde kijken. Die keuze was snel gemaakt. Mijn ouders wilde graag dat ik naar de kerk ging, maar daar ging ik vol tegenin. Dat gaf ernstige conflicten. Dat resulteerde er soms in dat ik naar de kerk geslagen werd.’

Hij vervolgt: ‘Ik denk dat mijn moeder mij onvoldoende begreep. Wat dreef mij en bezielde mij? Dat ik niet werd begrepen, heeft consequenties gehad.’

De Vries lijkt in sommige eigenschappen op zijn vader. ‘Mijn vader kon ook onverzettelijk zijn en zijn rug rechthouden op het moment dat het moest. We kunnen allebei niet tegen gezag en laten ons niets opleggen.’ 

Geluk zit niet in geld of welstand 

De Vries wordt geraakt door een bepaalde mate van standvastigheid. ‘Ik word geraakt als iemand ergens voor staat. Het maakt niet eens zozeer uit waarvoor. Maar een rechte rug hebben vind ik heel belangrijk. Ik hoop ook dat mijn kinderen een bepaalde zelfredzaamheid zullen ontwikkelen.’

De Vries haalt zijn geluk uit kleine dingen. 'Het zit niet in geld of welstand. Ik houd ervan om met mijn kinderen iets van sport doen. Geluk is ook concentratie. Maar van de tien dingen gaan er negen dingen mis. Dat ziet zien mensen natuurlijk niet. Maar je moet door. Zonder strijd geen overwinning.’

De verwondering

Kijk het hele gesprek met Peter R. de Vries terug

Kijken