Tineke (92) is de hoofdpersoon in de documentaire Moederhart. Tineke is de weduwe van haar verongelukte man, en moeder van drie kinderen: Albertien, Willem, die ook verongelukt is, en Job (59) die het verstand heeft van een kind van anderhalf jaar. ‘Mijn verhaal moet geen verhaal zijn over kommer en kwel, dat is het absoluut niet.’
Een jonkie
Tineke Sligting is 92 en woont met haar kat Kareltje in Den Haag. De documentaire Moederhart gaat over Tineke en haar zoon Job, maar Kareltje is ook veelvuldig te zien. Tineke: ‘Ik wilde graag een oudere kat, net zoals ik, maar het werd uiteindelijk toch een jonkie.’
Elke twee weken bezoekt Tineke haar zoon Job. ‘Job is twee meter lang en al 59 jaar mijn baby. Hij beseft niet dat ik zijn moeder ben, want baby’s van anderhalf kunnen dat nog niet. Hij is gewoon zichzelf en leeft in het nu.’
Verlies van man (62) en zoon (51)
Tineke verliest haar man Ab dertig jaar terug, als hij omkomt bij een auto-ongeluk. In haar appartement staan foto’s van Tinekes hele gezin. Ook van haar oudste zoon Willem, die overlijdt bij een tragisch ongeluk op de fiets. Willem is dan 51 jaar en laat een vrouw en vier kinderen achter.
‘Net als bij mij besefte Job vroeger ook niet dat Willem zijn broer was. Voor Job horen wij bij een grote groep familieleden en vrienden, die soms met mij meekomen als ik hem bezoek. Die herkent hij dan bijna allemaal.’
'Job heeft toch 59 jaar levenservaring'
Een formidabel geheugen
Job heeft een formidabel geheugen. Tineke vertelt: ‘Als Willem maandenlang de wereld had rondgezeild (Willem was kapitein, red.) en hij weer thuiskwam, sloeg Job helemaal op hol.’
Ook zijn zus Albertien herkent hij. Zij is curator van Job en voor Tineke een grote steun en toeverlaat. ‘Albertien woont met haar man helaas in Frankrijk, maar de komende vier dagen is ze in Nederland. Job vindt het heerlijk als we dan samen langskomen.’
Dat goede geheugen komt voor Job ook van pas als hij en Tineke samen naar de snackbar gaan. Tineke: ‘Om hem te plagen, neem ik wel eens een verkeerde afslag op de weg ernaartoe. Dat heeft Job meteen door. Dit is bij een kind van anderhalf in principe niet zo. Hij heeft toch 59 jaar levenservaring.’
'Noodgedwongen bonden de verplegenden Job met zijn handjes aan de zijkanten van z’n bedje vast'
Afstand doen van je kind
We gaan terug in de tijd. Vanaf Jobs geboorte draait het hele huishouden om hem. Als hij vijf jaar is verbrandt hij door een ongeluk zijn voeten, en belandt voor veertien dagen in het ziekenhuis. Tineke: ‘Uit wanhoop over de pijn en het alleen zijn in het ziekenhuis begon Job zichzelf te slaan, tot bloedneuzen aan toe. Noodgedwongen bonden de verplegenden hem toen met zijn handjes aan de zijkanten van z’n bedje vast.’
Tineke vervolgt: ‘Veertien dagen na zijn thuiskomst verhuisden wij en dat was weer heel moeilijk voor Job. Hij was angstig en wilde niet meer gaan slapen. Mijn man en ik waakten ‘s nachts bij hem, elkaar om de twee à drie uur aflossend.’ Daarom besluiten Tineke en haar man dat het beter is als Job onder begeleiding gaat wonen. En dus vertrekt hij naar een inrichting. Tineke: ‘Het is vreselijk om van je kind van 5 afstand te moeten doen.’
Bij de polsen pakken en geruststellen
Na de periode in het ziekenhuis blijft Job driftig. Die driftbuien houden aan in de inrichting waar Job terechtkomt. Tineke: ‘Job heeft daar 21 jaar gewoond. Een paar jaar lang werd hij bijna dagelijks uren vastgebonden in een speciale stoel die voor hem gemaakt was.
Dat gaf hem enige rust, want hij was bang voor zijn eigen driftbuien. Wij hadden de indruk dat hij daar niet helemaal op zijn plek zat en besloten een andere inrichting te zoeken. Na twee jaar zoeken vond ik de Hartekamp, waar ze werkten met de methode Gentle Teaching.’
Ze vervolgt: ‘Er wordt hier nooit tegen de bewoners geschreeuwd. In plaats daarvan pakt de begeleider een bewoner bij zijn polsen en stelt hem gerust. Mijn man overleed drie maanden nadat Job in zijn nieuwe inrichting woonde, maar in die korte periode zag hij al verschil. Job werd rustiger en de driftbuien waren er nog wel, maar minder heftig. Heel langzaamaan zijn ze helemaal verdwenen.’
‘Als ik val, valt Job ook’
Tineke vindt het belangrijk dat jonge mensen in de zorg willen blijven werken. ‘Dit is een grote reden waarom ik mijn verhaal vertel. Ik hoop dat jongeren zien dat het mooi is om in de zorg werkzaam te zijn.’
Tineke en Job gingen altijd graag samen zwemmen, maar inmiddels kan dat niet meer. Tineke: ‘Het zwemmen zelf lukt wel, dat vind ik net als Job heerlijk. Maar ik kan hem niet meer aan- en uitkleden, dat is te zwaar voor me. Er was onlangs een vrijwilliger bij het zwembad die wilde helpen, maar hij zei dat ik Job wel zelf moest aan- en uitkleden. En dáár gaat het juist om. We kunnen ook niet echt samen wandelen. Want als ik val, valt hij ook en andersom.’
Een hecht gezin
Tijdens de coronapandemie mag Tineke Job vier maanden niet zien en komt ze erachter dat hij ook zonder haar kan. ‘In die periode heb ik gemerkt dat hij zich er vrij snel bij neerlegt als ik niet kom. Dat geeft mij een rustig gevoel voor als ik straks helemaal niet meer kan komen.’
Tineke heeft een bewogen leven gehad, maar kijkt toch terug op een gelukkig leven. ‘We hebben een hechte familie. Als mensen mij vroegen: ‘Hoeveel kinderen heb je?’, dan zei ik weleens: Ik heb twee kinderen en Job. Zo zie ik het nog steeds. Job is zo anders. Alle drie mijn kinderen zijn aardige mensen geworden, ik ben trots op ze.’