In het nieuwe seizoen van Een huis vol kijken we opnieuw mee met familie Cudogham. Bij ouders Iven en Cynthia was het liefde op het eerste gezicht. ‘De dag dat we elkaar ontmoetten, was de dag dat we verkering kregen.’
Hoi Iven en Cynthia! Vertel eens, hoe hebben jullie elkaar ontmoet?
Iven: ‘Cynthia kwam ooit samen met een gemeenschappelijke vriendin een plein over lopen waar ik met een groep jongens aan het voetballen was. Ze waren nogal aanwezig, zal ik maar zeggen. We hadden oogcontact en ik besloot een praatje te maken. Er werden geen doekjes omheen gewonden, want een paar uur later zoenden we voor het eerst.'
Cynthia: ‘We hebben eerst een paar uurtjes gekletst.’
Iven: ‘Ik was geen held met vrouwen, maar toen ik Cynthia zag… Cynthia was gewoon heel makkelijk, haha. Nee ik dacht: hoe kan zo’n mooie meid op mij vallen?’
Hoe zorgen jullie er samen voor een sterk huwelijk?
I: ‘We zien elkaar niet alleen als ouders. [Lacht] Ik zie Cynthia als een lekkere tijger.’
C: ‘Nee, als een panter.’ (Cynthia draagt een outfit met panterprint, red.)
I: ‘Ik zie haar als een onwijs mooie vrouw. Daarnaast doen we veel voor elkaar. Ik probeer Cynthia altijd aan het lachen te maken. Onze humor samen is heel waardevol. We maken veel grappen, desnoods ten koste van elkaar. Natuurlijk denk ik ook wel eens: ik pak mijn paspoort en vertrek.'
C: ‘We hebben inderdaad veel lol samen en kunnen goed relativeren. Relativeren geeft inzicht. Ik kan daardoor denken: misschien ben ik echt hysterisch bezig. We zijn elkaars spiegel en elkaars tegenpolen.’
I: ‘En we complimenteren elkaar. We hebben dezelfde normen en waarden. Dezelfde ideeën. We zijn gelijkgestemden van elkaar. Bovendien valt er niemand anders op mij, denk ik.’
Is dit vissen naar een compliment?
Iven: ... [Lacht]
'Ik denk weleens: misschien ben ik echt hysterisch bezig'
Wat is jullie liefdestaal?
(De vijf liefdestalen: positieve woorden, tijd en aandacht, cadeaus, dienstbaarheid, lichamelijk aanraking, red.)
I: Ik ben heel fysiek.
C: ‘Ik vind verschillende onderdelen van de talen leuk. Als ik moet kiezen dan kies ik voor woorden. Tijd en aandacht past ook bij mij. Ik neem graag de tijd voor iemand.’
I: ‘Iedereen vindt Cynthia lief. Toch vind ik tijd en aandacht het best bij jou passen, omdat je die lieve woorden niet meteen tegen mij zegt.
C: ‘Ik zie bij onze kinderen die talen ook al naar voren komen. Eén van onze kinderen is heel dienstbaar. Ze doet dat uit zichzelf en vraagt hier niets voor terug.’
Ondernemen jullie vaak iets samen?
C: ‘Dat doen we geregeld. Ook al is het even ’s ochtends een kopje koffiedrinken. We moeten daar op letten, anders schiet het erbij in. Voorheen deden we veel vaker uitstapjes met elkaar, zoals uit eten of naar het theater. We zijn er goed in om last minute nog iets te ondernemen.’
Hoe zit het op romantisch vlak? Is er nog volop romantiek aanwezig?
I: ‘Zeker! We zijn al lang niet meer samen een nachtje weggeweest. Dat zou fijn zijn om weer eens te kunnen doen. Met de kinderen is het nu gewoon lastig.’
C: ‘Nu mijn vader is overleden, kunnen onze kinderen daar niet meer naartoe. Dat hebben we gewoon niet meer en dat missen we. Onze oudste kinderen passen wel eens op en dat doen ze echt heel goed. Dan kunnen wij lekker samen weg.
'Cynthia is een sterke vrouw'
Wat is het geheim van een goed huwelijk?
C: ‘Als de basis pure liefde is, kun je samen veel hebben. We staan nog altijd open voor elkaar. Aandacht, tijd en affectie zijn ook zo belangrijk.’
I: ‘We zijn een keer uit elkaar geweest. Hier heb ik van geleerd.’
C: ‘Wanneer? Dat is echt 100 jaar geleden.’
I: ‘Mijn schoonvader gaf mij toen een belangrijk advies: respecteer elkaar. Dit houdt in dat je elkaar hoort, de ruimte geeft, en de waarheid vertelt.
I: ‘We relativeren en laten elkaar in elkaars waarden. We zijn aan elkaar gewaagd. Ik heb een sterke vrouw nodig, anders wals ik over iedereen heen. De essentie is ook gemeende liefde. Ik kan best fel zijn tegen Cynthia, maar dat komt omdat ik haar alles gun en veel van haar hou.' [Lacht] ‘Tot nu toe ben je nog de leukste.’
C: ‘Ik word wel een dagje ouder.’
I: ‘Een dagje fouter.’