In de documentaire God, ik ben gay gaat presentator Robbert Rodenburg terug naar zijn roots. Die liggen in het dorpje Bergambacht in Zuid-Holland, dat drie kerken rijk is. Hoe is het om daar als homo op te groeien? Robbert: ‘Bij de hemelpoort wordt iedereen linksaf gestuurd en ik rechtsaf.’
In de documentaire volgt regisseur Linda Hakeboom de persoonlijke zoektocht van Robbert. Op de vraag van Linda hoe lang Robbert al weet dat hij gay is, antwoordt hij: ‘Onbewust heb ik dat eigenlijk altijd al geweten.’
‘Denk je dat ik dom ben?’
Robbert groeit op in Bergambacht, een klein dorpje in Zuid-Holland met drie kerken. ‘Niet de ideale plek om homo te zijn’, verzucht de presentator. ‘Ook al werd er gezegd: Bij ons ben je echt welkom. Denk je dat ik dom ben ofzo?’
Robbert vervolgt: ‘Homo zijn wordt daar niet geaccepteerd. Straks bij de hemelpoort wordt iedereen linksaf gestuurd en ik rechtsaf. Hoe goed ik mij ook gedraag.’
'Straks bij de hemelpoort wordt iedereen linksaf gestuurd en ik rechtsaf'
Boosheid richting de kerk
Van jongs af aan is het Robberts droom om op het podium te staan. ‘Dat is een echte bewijsdrang, omdat ik toch ergens heb gevoeld dat ik een teleurstelling ben.’
Als kind gaat Robbert elke zondag naar de kerk en leert hij dat hij geen uiting mag geven aan homoseksuele gevoelens. Ergens voelt Robbert nog steeds boosheid richting het instituut de Kerk: ‘Soms vraag ik me af of men de gevolgen voor mij ooit heeft begrepen.’
Praktiserend homo zijn werd afgekeurd
In de documentaire bezoekt Robbert oud-docent Geeske van zijn middelbare school, de Driestar. Voor Geeske werd lesgeven toentertijd steeds lastiger vanwege het standpunt wat de school aannam tegen homo zijn.
Vanuit de directie werd een brief verstuurd waarin stond dat de school een veilige plek voor iedereen moest zijn, maar dat het werd afgekeurd om praktiserend homo te zijn.
De leerling tot inkeer brengen
Samen lezen Robbert en Geeske de brief van jaren terug door. Die luidt als volgt: ‘Wanneer een personeelslid hoort dat een leerling een seksuele relatie wil aangaan of aangegaan is met iemand van hetzelfde geslacht, dan brengt hij de afdelingsleider en de mentor daarvan op de hoogte.’
‘De mentor zal vervolgens met de leerling hierover spreken. Volhardt de leerling in zijn leefwijze of voornemen daartoe, dan meldt de mentor dit bij de afdelingsleider. Ook is hierover contact met de ouders en wordt bezien welke weg binnen de kaders van de school gegaan kan worden, om tot een oplossing van het dilemma te komen. De gesprekken zijn in eerste instantie gericht op de leerling tot inkeer te brengen. Wanneer de gesprekken dit effect niet hebben, dan zal uiteindelijk bezien worden of tot verwijdering van de school overgegaan kan en moet worden.’
Robbert omschrijft de derde en vierde klas van de middelbare school als de verschrikkelijkste jaren van zijn leven. Hij hield boekjes bij met hoeveel dagen hij nog moest doorstaan, totdat hij weg kon.
Elkaar toch aanvaarden, ondanks andere mening
Robbert bezoekt ook de kerk waar hij als kind altijd naartoe gaat. Dominee Paul Visser, die daar in functie is, kent Robbert al heel zijn leven. Dat ze beiden een andere opvatting over homoseksualiteit hebben, is duidelijk. Maar kunnen de twee ondanks dit meningsverschil elkaar toch aanvaarden?
'Al komen we niet tot dezelfde conclusies, dat wil niet zeggen dat jij het recht hebt om mij te oordelen of ik jou'
Niet oordelen over elkaar
Volgens dominee Paul Visser is het niet vreemd dat wanneer je leeft vanuit de bijbel, het bruikbare pad een huwelijk tussen man en vrouw is. Volgens de dominee heb je nooit het recht – ook niet als christen – om een oordeel te vellen over iemand die een andere opvatting heeft dan jij. Dominee Paul Visser: ‘Als jij andere keuzes maakt dan ik, dan is dat iets tussen God en jouw hart.’
Robbert vindt echter dat met een andere mening of opvatting er al een oordeel is. Daar gaat de dominee niet in mee: ‘Het kan niet zo zijn dat iedereen eerst moet denken zoals jij, voordat jij je aanvaard voelt. Ook al komen we niet tot dezelfde conclusies, dat wil nog niet zeggen dat jij het recht hebt om mij te oordelen of ik jou. Maar ik snap de beschadigingen die jij hebt opgelopen.’
Lades van teleurstellingen
‘Waarom trek ik al deze lades van teleurstellingen open en voor wie maak ik deze documentaire nu eigenlijk?’, vraagt Robbert zich af. ‘Voor veel mensen geldt gewoon: God gaat boven alles. Er is iemand – die we allemaal nog nooit hebben gezien – die altijd hoger zal staan dan wie of wat dan ook.’
Meer rust
Robbert heeft gemixte gevoelens richting God, zo bespreekt hij met Wielie Elhorst, predikant in de Oranjekerk in Amsterdam. Robbert: ‘Mijn weg is misschien niet bij God.’ Wielie Elhorst: ‘God is er altijd bij. ‘Daar hoef jij je niet druk over te maken.’
Hoe voelt Robert zich nu over de jeugd en de kerk? ‘Ik denk dat het fijn is dat alles me veel meer rust heeft gegeven. En ik zit best goed in mijn vel. Ik vind iemand heel leuk… hij zit niet in de kerk.’
Op donderdag 12 december is God, ik ben gay te zien op NPO 3 om 20:25 en te streamen via NPO Start.