Raakten we in de onstuimige jaren '60 echt van God los? Of is dat te kort door de bocht?
De jaren zestig waren een van de meest revolutionaire én religieuze periodes uit de Nederlandse geschiedenis. Begin jaren ‘60 stonden de kerkelijke zuilen nog fier overeind en was de invloed van de kerk voelbaar op alle vlakken van de samenleving. Er werd religieus onderwijs gevolgd, er waren aparte omroepen en zelfs boodschappen werden bij winkeliers van de eigen zuil gedaan.
Maar in het midden van de jaren zestig begonnen de zuilen onder invloed van de ontkerkelijking te wankelen. Individuele ontplooiing werd belangrijker en jongeren zetten zich af tegen de gevestigde orde. Nederland raakte ‘van God los’.
Naar aanleiding van de tentoonstelling Van God los? in museum Catharijneconvent in Utrecht spreekt Jacobine Geel met haar drie gasten over verzuiling en ontkerkelijking in de jaren ’60. Want zijn we wel echt van God los? En wat merken we vandaag de dag nog van de ver- en ontzuiling?
Zo spreekt Jacobine met religiewetenschapper Ernst van den Hemel. Volgens hem is religie sinds de jaren zestig allerminst verdwenen, het is op drift geraakt: religie wordt op allerlei manieren geclaimd en ingezet, bijvoorbeeld door populistische partijen.
Ook emeritus-hoogleraar middeleeuwse letterkunde Herman Pleij is te gast. Hij was erbij toen studenten in 1969 het Maagdenhuis bezetten. Hoe heeft hij de roerige jaren ’60 beleefd?
Journalist Koen Wauters vertelt het opmerkelijke verhaal over hoe hij er zonder de jaren zestig waarschijnlijk niet was geweest. Zijn vader was priester, zijn moeder non. Een vonk sloeg over tussen de twee en ze besloten de kerk te verlaten. Zonder de ontwikkelingen van de jaren zestig was dit ondenkbaar geweest.
Jeroen Zijlstra en Thijs Borsten sluiten deze uitzending muzikaal af, met een jazzy 'blues voor Lucebert'.