Wie het etiket van frisdrank, soep, tandpasta of schoonmaakmiddel leest, zal het regelmatig tegenkomen: citroenzuur. Maar wat doet citroenzuur in al die producten, en wat is het eigenlijk? De Keuringsdienst gaat op zoek naar de oorsprong van citroenzuur en ontdekt dat daar geen citroen aan te pas komt.
Waarom zit haast overal citroenzuur in?
Citroenzuur is een populair ingrediënt in de cosmetische, farmaceutische en voedingsmiddelenindustrie. De reden? Citroenzuur fungeert als conserveermiddel, smaakversterker, stabilisator en ontkalker.
Fabrikanten van soep, jam en babyvoeding voegen het ingrediënt toe ter conservering. Snoep- en frisdrankproducenten voor de lichtzure en frisse smaak. En de cosmetische en schoonmaakmiddelenindustrie is dol op citroenzuur omdat het een reinigende werking heeft en helpt bij het reguleren van pH-waardes.
Een multifunctioneel middel dus. Niet gek dat de industrie er zo dol op is. Maar wat is citroenzuur precies?
Van schimmel citroenzuur maken
Citroenzuur is een zuur dat voor het eerst geïsoleerd werd uit citroensap in de 18e eeuw. Maar inmiddels komt bij de productie van citroenzuur fruit noch citroenen kijken.
In 1917 ontdekte de Amerikaanse chemicus James Currie namelijk dat je met de zwarte schimmel Aspergillus niger ook op grote schaal citroenzuur kunt produceren.
De schimmel wordt in enorme vaten gekweekt op een suikerhoudende voedingsbodem, afkomstig uit suikerbiet, suikerriet of genetisch gemodificeerd maïs. De schimmel zet het suiker om in citroenzuur, dat vervolgens wordt gefilterd, gezuiverd en gedroogd tot een wit poeder.
Vrijwel al het citroenzuur dat vandaag de dag in voeding, cosmetica en schoonmaakproducten belandt, wordt op industriële schaal geproduceerd via deze procedure. Een productieproces dat velen malen goedkoper is dan de ouderwetse methode.

Wetgeving
Mag deze toevoeging zomaar citroenzuur heten? Er komt immers geen enkele citroen aan te pas.
De chemische structuur van het lab-geproduceerde citroenzuur is exact hetzelfde als het citroenzuur dat van nature in citroenen zit. Vandaar dat het – ongeacht de herkomst – als citroenzuur of E330 op het etiket vermeld mag worden.
Volgens Europese wetgeving hoeven producenten niet te vermelden hoe een additief wordt gemaakt, zolang het veilig is en voldoet aan de eisen van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA).
Misleiding of niet?
Veel consumenten vinden de benaming verwarrend of zelfs misleidend. Want hoewel de term citroenzuur in scheikundige zin klopt, suggereert de naam voor velen dat het van citrusvruchten gemaakt wordt
Citroenzuur klinkt misschien alsof het rechtstreeks uit je grootmoeders keukenkastje komt. Maar de citroenzuur in frisdrank, soep en shampoo is waarschijnlijk met behulp van zwarte schimmel in grote laboratoriums gekweekt. Maakt het uit van welke bron de citroenzuur komt? Nee, want scheikundig gezien is het precies hetzelfde. Toch kunnen enkele mensen er overgevoelig voor zijn.
