Vraag je jezelf soms ook eens af: wat was nou de meest sombere dag in dit (vreselijke) jaar? Volgens de Computational Story Lab van de Universiteit van Vermont was dit zaterdag 31 mei, tenminste op Twitter. Sterker nog: het was de somberste dag van de afgelopen 13 jaar, zo schrijft The New York Times.
Meten is weten
Nu hoor ik je denken: Huh Twitter?! Dat las je inderdaad goed. Onderzoekers Chris Danforth en Peter Odds bouwden de zogenoemde Hedonometer. Deze uitvinding is al meer dan een decennium actief met het meten van de woordkeuze binnen miljoenen tweets. Elke dag worden tweets bijgehouden van over de hele wereld om zo onze mentale gesteldheid vast te stellen.
Sinds 2008 verzamelt de Hedonometer elke dag willekeurig 10 procent van alle openbare tweets in tientallen talen. Vervolgens zoekt de tool naar woorden die worden gerangschikt op hun gelukkige of droevige connotatie. Deze worden opgeteld en zo berekent de Hedonometer het nationaal 'geluksgemiddelde' in Amerika.
Nu denk jij natuurlijk: wat was er aan de hand op die bewuste 31 mei… Op die dag waren de meest gebruikte woorden (in het Engels): terrorist, violence en racist. ''Dit was een week na de moord op George Floyd, de aanleiding van de wereldwijde protesten.''
Online vervangt ons 'echte' leven
Het Computational Story Lab is onderdeel van een groeiend veld van onderzoekers die de geestelijke gezondheid analyseren door naar ons 'online leven' te kijken. Nog nooit hadden zij toegang tot zo'n grote hoeveelheid realtime gegevens, ook wel onze digitale sporen genoemd. De informatie is enorm gegroeid afgelopen zomer vanwege de pandemie. Ons 'online leven' voelt nu meer aan als het echte leven dan ooit tevoren.
''We hebben nog niet eerder gezien in de Hedonometer dat een volledige maand droeviger was dan de Boston Marathon-dag (dag van de bomaanslag red.)'', aldus Dr. Danforth. ''Het is opmerkelijk dat het instrument voor het eerst deze aanhoudende, depressieve stemming vertoont, en het werd nog erger vanwege de protesten.''
Digitale sporen
Wat onze woordkeuze onthult over onszelf, onze gemoedstoestand en ons karakter is wat James Pennebaker fascineert. Hij is sociaal psycholoog aan de Universiteit van Texas.''Deze digitale sporen zijn markeringen waarvan we ons niet bewust zijn, maar ze laten sporen achter die ons vertellen in hoeverre je dingen vermijdt, de mate waarin je verbonden bent met mensen'', aldus Dr. Pennebaker. Maar een van de uitdagingen binnen deze onderzoeken is dat taal zelf altijd in ontwikkeling is. Daarnaast zijn algoritmen slecht in het onderscheiden van context.
Bijvoorbeeld vloeken, dat is niet alleen maar negatief, het kan soms zelfs positief zijn. Als iemand tweet: ''Ik heb f*****g veel zin in dit weekend'', is dat het uitdrukken van enthousiasme. Maar de algoritmen op Twitter zien het f-woord als iets negatiefs.
Voorheen werd de nationale geestelijke gezondheid gemeten door middel van enquêtes zoals die bijvoorbeeld van Gallup, een Amerikaans onderzoek- en adviesbureau. Social media biedt volgens professor Choudhury enorm veel voordeel. ''Vroeger waren de meeste onderzoeken naar geestelijke gezondheid een zelfrapportage (enquête dus). De mensen die deze moesten invullen waren ofwel studenten of patiënten uit een kliniek. Nu bereiken we een veel diverser publiek.''
Tot dusver komen de bevindingen door middel van enquêtes zoals die van Gallup, overeen met de bevindingen van Dr. De Choudhury en het Hedonometer-team. Ben je benieuwd hoe de Hedenometer de woorden meet? Kijk dan de video hieronder!