Jonge neonazi’s verstoppen zich niet onder een gewaad, zoals de KKK dat doet. Zij trekken gewoon een polo en spijkerbroek aan. The Washington Post laat zien welke (slimme) strategie daarachter zit.
Na de rellen in Charlottesville, Virginia, waarbij één dode en tientallen gewonden vielen, hebben veel mensen kritiek geuit op president Donald Trump nadat hij zei dat het geweld “van beide kanten kwam”. Comedians, celebrities, politici en zelfs atleten hebben hun onvrede geuit. Maar één groep is opvallend stil: de mode-industrie.
En de mode-industrie is direct betrokken
In een opiniestuk op The Washington Post roept journalist Robin Givhan de mode-industrie op om zich nadrukkelijk uit te spreken tegen de neonazi’s. Ze zegt dat heus niet ieder bedrijf een openbaar statement moet maken, maar aangezien de mode-industrie bestaat uit enorme bedrijven - met gigantisch veel invloed op al hun kopers - is een reactie van hen cruciaal. Want vergis je niet: de neonazi's zijn wel degelijk bezig met het effect dat de juiste kleding kan hebben op hun beweging
Fashion as a weapon
Givhan stelt namelijk dat de neonazi’s tijdens de mars in Charlottesville mode hebben ingezet als een wapen. Ze waren bijna allemaal gekleed in ‘normale kleding’. Dat wil zeggen: simpele poloshirts, nette spijkerbroeken en witte overhemden. Alsof ze “direct van hun werk in de supermarkt kwamen”, aldus Givhan.
Daar zit potentie
En in dat ‘normaal’ eruit zien, zit de potentie om uit te groeien tot een grote beweging. Want juist door er zo mainstream uit te zien, kunnen hun ideeën dat ook worden. Het is namelijk veel makkelijker om je bij een groep aan te sluiten met leden die eruit zien als je buurjongen, dan bij een stel dat zich hult in gekke gewaden met puntmutsen.
Zo zie je maar: mode kan meer effect hebben dan je op het eerste gezicht denkt. Nieuwsgierig geworden? Lees dan het hele artikel van The Washington Post door op de link hieronder te klikken.