Hoogopgeleid en laagopgeleid, Marianne Zwagerman pleit ervoor te stoppen met deze termen. Maar wat vinden betrokkenen er zelf van? Trouw sprak er vijf.
Als je de termen hoog- en laagopgeleid zo naast elkaar ziet, heeft het één duidelijk een positievere bijklank dan het ander. Niet voor niets doen ouders er alles aan om hun kroost op z’n minst op de havo te krijgen.
Onzin, vindt opiniemaker Marianne Zwagerman. Het ene is helemaal niet slechter dan het andere. Volgens haar moeten we daarom af van de termen. Vorige week hield ze daarvoor een pleidooi tijdens een bijeenkomst voor ondernemers.
“Onbedoeld zetten wij een grote groep vakmensen, die dingen kunnen die wij waarschijnlijk nooit kunnen, weg als laag,” zegt Zwagerman in de video. “Stop met mensen lageropgeleid noemen. Ze zijn práktisch opgeleid. Dat is niet slechter dan theoretisch opgeleid.”
Haar pleidooi krijgt veel bijval. Het filmpje is op Facebook al meer dan één miljoen keer bekeken en duizenden keren gedeeld. Maar hoe is het voor mensen die het stempel laagopgeleid krijgen of er anderszins bij betrokken zijn? Trouw vroeg betrokkenen naar hun mening.
De tijd dat je alleen aan het lassen was, is echt voorbij
Wat zeggen betrokkenen zelf?
“We moeten af van het onderscheid tussen hoger- en lageropgeleiden,” vindt Kees Timmermans, directeur Vakopleidingen Metaal West-Brabant. “Dat gebeurt al, want in de praktijk vervaagt het verschil tussen deze groepen, is mijn ervaring. De tijd dat je alleen aan het lassen was is echt voorbij. Voor het bedienen van machines is veel kennis vereist.”
Linda Zeegers, woordvoerder van de VO-raad (Voortgezet Onderwijs), sluit zich daarbij aan. Zeegers: “We moeten voorzichtig zijn met termen als hoger en lager. Het is niet terecht om bij het vmbo te spreken van een lagere opleiding als je het vergelijkt met havo of vwo. Door dit lager te noemen draag je bij aan een negatieve beeldvorming en waardering voor praktische opleidingen. Het praktische talent is ondergewaardeerd. Dat is onterecht en jammer.”
Het praktische talent is ondergewaardeerd
Harold Reuser, die als bloemist zelf onder de categorie ‘lageropgeleiden’ valt, zit er niet zo mee.
”Mij stoort het niet zo, als je het zo noemt. Als mensen daar neerbuigend over doen, zegt dat volgens mij vooral wat over hen,” zegt hij. Maar het is niet zo dat bloemist zijn een makkelijk beroep is. “Er komt echt wel wat bij kijken om een goede bloemist te zijn. Ik heb zelf een zaak en ik kan je zeggen: het is een harde business.”
Oftewel, deze lageropgeleiden doen helemaal geen ‘mindere’ opleidingen of beroepen. Het wordt dus hoog tijd dat we stoppen om mensen met een MBO opleiding op die manier aan te spreken.
Ben je benieuwd naar alle gesprekken van Trouw over dit onderwerp? Lees dan het hele artikel via de onderstaande link.