Moskou, 1 februari 2025 – De Russisch-Orthodoxe Kerk heeft plannen aangekondigd om het aantal aalmoezeniers dat wordt ingezet bij de Russische troepen in Oekraïne te vervijfvoudigen, met als doel spirituele ondersteuning te bieden en de strijd aan te binden tegen wat zij omschrijft als de “brutalisering”van soldaten. Dat meldt het persagentschap bne IntelliNews.
Op dit moment dienen er ongeveer 300 priesters aan de zijde van de Russische troepen, maar de kerk wil dat er minstens 1.500 geestelijken worden opgenomen in militaire eenheden. Het voorstel, dat werd besproken tijdens de XXXIIIste Kerstlezing, werd gezien als een noodzakelijke maatregel om de morele integriteit van soldaten te handhaven en om wat kerkelijke vertegenwoordigers omschreven als een “zondige geest van wraak”onder de soldaten tegen te gaan.
Volgens metropoliet Kirill van Stavropol en Nevinnomyssk zullen extra geestelijken worden opgeleid via een nieuw opgezet militair georiënteerd programma aan het theologische seminarie van Rostov. De kerk is van plan om kandidaten vroeg in hun opleiding te rekruteren om er zeker van te zijn dat ze voorbereid zijn op dienst aan het front.
Tijdens de bijeenkomst voerden hooggeplaatste Russisch-orthodoxe figuren aan dat het het leger ontbreekt aan spiritualiteit en dat een grotere religiositeit onder de troepen hun effectiviteit tegen Oekraïne zou versterken. Krijgsmachtaalmoezeniers, beweerden ze, zouden een beslissende rol spelen in het ondersteunen van de vechtlust van de troepen en Rusland naar de overwinning stuwen.
Aartspriester Dmitry Vasilenkov, plaatsvervangend voorzitter van de Synodale Afdeling voor Samenwerking met de Strijdkrachten van de Russisch-Orthodoxe Kerk, beweerde dat religieus geloof voorkomt dat soldaten bezwijken voor wreedheid en dat het hun vastberadenheid versterkt. Voor een gelovige, zei hij, “is het gemakkelijker om in de frontlinie te stappen en de dood uit te dagen”. Hij suggereerde ook dat Oekraïense troepen opzettelijk proberen om Russische troepen te provoceren tot het plegen van oorlogsmisdaden, “om hen tot zonde te drijven en hen te beroven van Gods hulp”.
“Het werk van militaire aalmoezeniers is de belangrijkste voorwaarde voor de overwinning in deze oorlog”, zei Vasilenkov. “Hoe sterker de vechtlust, hoe sterker het leger.”
Sommige kerkfunctionarissen roepen ook op tot een bredere heropleving van religieus onderricht in de krijgsmacht, inclusief de herinvoering van catechese en theologisch onderwijs voor officieren van het Russische leger. Aartspriester Andrej Kanev, aalmoezenier in het Centraal Militair District van Rusland, benadrukte dat geestelijk werk “gisteren en eergisteren”had moeten beginnen in plaats van in de loopgraven.
“Geloofsbeleving in de oorlog betekent niet noodzakelijkerwijs de juiste religiositeit. Er zijn commandanten en politieke officieren die God hebben gevoeld, die geloof hebben gevoeld, maar nog niet tot de Orthodoxie zijn gekomen. Daarom hebben we nog veel werk te doen”, zei hij.
Hoewel de Russisch-Orthodoxe Kerk officieel onafhankelijk is, staat zij al lange tijd onder invloed van het Kremlin en steunt zij geregeld de acties van de Russische regering en president Vladimir Poetin. Het hoofd van de kerk, patriarch Kirill van Moskou, verschijnt vaak aan de zijde van Poetin, onder andere op eerste kerstdag, toen hij kruizen en iconen zegende die cadeau gegeven zouden worden aan commandanten van troepen die in Oekraïne vechten. Het Russisch-Orthodoxe Kerk heeft de invasie van Oekraïne consistent aangemerkt als een “heilige oorlog”.
Een aantal Russische priesters die de oorlog hebben veroordeeld zijn uit de kerk gezet en sommigen hebben het land verlaten; velen zijn verhuisd naar andere oosters-orthodoxe landen of naar Istanbul, Turkije.
In Oekraïne is het orthodoxe christendom, de grootste religieuze denominatie van het land, verdeeld tussen kerken die loyaal waren aan het patriarchaat van Moskou en kerken die onder een apart kerkelijk en canoniek orgaan vallen. De grootschalige invasie van Rusland, die begon in februari 2022, heeft de religieuze verdeeldheid binnen de Orthodoxe Kerk in Oost-Europa verdiept, met name tussen de gelijknamige maar aparte Orthodoxe Kerk van Oekraïne en de Oekraïens-Orthodoxe Kerk van het Moskouse Patriarchaat. Die laatste, die onder leiding staat van metropoliet Onufriy, heeft na de invasie afstand genomen van Moskou, met name van patriarch Kirill.
Toch heeft zij niet alle banden met het Patriarchaat van Moskou verbroken. De Oekraïense autoriteiten beschuldigden haar van propaganda en samenwerking met de vijand.