In voor- en tegenspoed: tuinieren is goed voor lichaam en geest
Het is lente, de dagen worden langer en dat betekent: tijd om te zaaien. Of je nou een riante tuin hebt of alleen een balkon, of helemaal geen buitenruimte, dit is het moment om bloemen, kruiden en kleine groenten te zaaien. Over enkele maanden kun je daar de – letterlijke – vruchten van plukken.
Wist je dat hoveniers tot de gelukkigste en langst levende mensen op aarde behoren? Dat zegt veel over hoe gezond het is om met je handen in de aarde te wroeten. Voor lichaam én geest. Lichamelijk gezond omdat je fysiek bezig bent in de buitenlucht, en geestelijk door het meditatieve element: je aandacht is gefocust op één ding, je bent heel erg in het nu. Pure mindfulness dus.
Uit onderzoek is gebleken dat je van tuinieren écht gelukkig wordt: in de aarde zitten bacteriën die de aanmaak van het gelukshormoon serotonine stimuleren. Gewoon doordat je ze inademt. En ze verhogen je weerstand ook nog eens doordat ze je darmflora verbeteren. Winst aan alle kanten!
Verbondenheid
Maar ook los van deze medische verklaring is tuinieren een heilzame ervaring. In de opeenvolging van zaaien, verzorgen, groeien, bloeien en oogsten voel je verbondenheid met het ritme van de natuur. Hoe de natuur zich onder onze verzorgende handen ontwikkelt, is ook een afspiegeling van onze eigen levensloop. Zoals het plantje te maken krijgt met tegenslagen in de vorm van vorst, storm, hagel, ziekte, zo moeten wij ook dealen met ongewenste gebeurtenissen.
Nelson Mandela
En een deel van de zaadjes die we planten wordt in de kiem gesmoord. Daar kun je lang bij stilstaan, maar er zijn genoeg andere zaadjes die wél tot volle wasdom komen. Het is fijn als je daar je aandacht op richt en ervan kunt genieten. Zoals Nelson Mandela genoot van het werken in de moestuin tijdens z’n jarenlange gevangenschap op Robbeneiland: ‘Dan ervoer ik een gevoel dat het dichtst kwam bij een gevoel van vrijheid.’