Lieke Buls (31) is net terug van het avontuur van haar leven. Normaal woont en werkt ze in Groningen, maar deze zomer werkte ze vier maanden op de noordelijkste camping ter wereld in de afgelegen, wilde natuur van Spitsbergen. 'De stilte die ik daar heb ervaren is het mooiste dat ik ooit heb gehoord.'
Afgelopen zomer wilde Lieke op vakantie om vogels te spotten. Als kind was ze al gefascineerd door de dieren. Dat heeft ze van haar moeder, die is ook vogelaar. Spitsbergen, een eiland in de Noordelijke IJszee, leek haar de ideale plek voor een ‘vogelvakantie’. Er is daar niets, alleen maar natuur, en veel vogels trekken erheen in de zomer om te paren en te broeden.
Een bijzondere plek
Een vriend wees Lieke op een bijzondere plek, de noordelijkste camping ter wereld, ver van de bewoonde wereld. En toen gebeurde er iets wonderlijks: ‘Toen ik wilde boeken zag ik op de site van de camping opeens een vacature voor campingmanager.'
'Ik dacht: als ik die baan zou hebben, kan ik de hele zomer vogels bestuderen. In een opwelling solliciteerde ik en voor ik het wist was ik aangenomen.’
Ze kon vier maanden verlof krijgen van haar baan aan de Rijksuniversiteit Groningen en vertrok naar de afgelegen camping: ‘Dat is wel wat anders dan een Franse vakantiecamping! De camping ligt midden in arctisch gebied en het is er altijd koud.'
'Er leven poolvossen, rendieren, ijsberen en in de zomer dus ook vogels. Er zijn geen bomen, alleen maar een groot fjord en gigantische bergen. En er is zo weinig luchtvervuiling dat je de gletsjers honderd kilometer verderop kan zien.’
Wilde stilte
Toen ze aankwam was ze overdonderd: ‘Het was heel heftig om opeens onderdeel te zijn van die weidsheid en stilte. Het was mei, er lag nog sneeuw, het was min vier graden en er waren nog geen campinggasten.'
'Opeens stond ik midden in de grootste intacte wildernis van Europa. Ik weet nog dat ik dacht: de natuur geeft niet zoveel om mij, ik stel niet zoveel voor. Ik voelde me heel klein.’
Lieke zoekt de stilte graag op, maar zó stil had ze het nog nooit meegemaakt: ‘In Nederland woon ik driehoog achter in een wijk in Groningen. Er is dan altijd geluid, maar daar was het precies andersom. De stilte die ik op Spitsbergen heb ervaren is het mooiste dat ik ooit heb gehoord. ‘Wilde stilte’ noem ik het.’
'De stilte gaf me de ruimte om mijn gedachten gewoon te laten zijn'
Diep in de wildernis
‘Op een ochtend werd ik wakker en zag ik allemaal witsnuitdolfijnen in het fjord bij de camping. Het was maar vijf meter van de kust. Het waren er wel honderd, maar ze maakten geen geluid. Ze sprongen niet, maar zwommen heel stil en sierlijk voorbij, als kleine witte engeltjes in het water. Het was bijna niet te bevatten zo mooi.’
Maar één van haar mooiste herinneringen is de dag dat ze een wandeling van 26 kilometer maakte: ‘Ik was zo ver in de wildernis dat ik helemaal niets meer hoorde. Het kleinste geluidje valt dan al op: de druppels van het smeltwater van de gletsjers bijvoorbeeld. Prachtig!'
'Je hoort niets en tegelijk weet je dat er ook ijsbeer kan rondlopen in die stilte. Daarom heb je ook altijd een wapen mee daar. Ik heb het gelukkig niet hoeven gebruiken.’
Ontspanning en creativiteit
‘In Groningen hoor je altijd auto’s, mensen, sirenes. Er is altijd geluid dat je afleidt van je gedachten. Maar daar kon ik mijn gedachten er gewoon laten zijn. Er waren zo weinig indrukken van buitenaf dat er in mijn hoofd ontzettend veel ruimte ontstond voor ontspanning en creativiteit.’
Toen ze na vier maanden weer naar huis ging, moest ze wel even wennen: ‘Op de terugweg sliep ik in een hotel en daar was zoveel geluid. Het overviel me. We zijn zo gewend geraakt aan impulsen dat de stilte soms bijna ondraaglijk lijkt, maar ik vond het geluid opeens ondraaglijk.’
Onderdeel van alles
‘Sommige mensen vinden het eenzaam om alleen in stilte in de natuur te zijn, maar ik vind het juist het mooiste wat er is. Als ik alleen in de natuur ben, heb ik veel meer ruimte voor mijn gedachten en mijn omgeving. Dan voel ik me onderdeel van alles om me heen en kan ik opladen. Dan voel ik me niet alleen, maar juist verbonden.’
‘Er wordt tegenwoordig heel erg van ons verwacht dat we altijd ‘aan’ staan en altijd bereikbaar zijn. Terwijl het juist zo goed is om regelmatig even ‘uit’ te staan. Dat zouden we vaker moeten doen; de wereld draait ook wel door als je niet meteen reageert. Dat wist ik al, maar op Spitsbergen is dat besef nog meer tot me doorgedrongen. Op Spitsbergen heb ik geleerd dat het ook anders kan in het leven.’