Presentatoren Emma de Thouars en Alain Caron reizen voor KRO-NCRV's Temple Food naar Zuid-Korea. Ze nemen een kijkje in de boeddhistische keuken en ontdekken wat voor effect deze voeding heeft op hun innerlijke gesteldheid. Wij vragen Emma en Alain naar hun ervaringen.
In de tempels van Zuid-Korea is eten onderdeel van een religieuze beleving. Hoe beleef jij eten?
Alain: 'In de tempels heeft eten iets heel mystieks. De monniken geven hun hele leven en hele lichaam voor het boeddhisme, dat is heel bijzonder. Je wordt echt minder opgefokt. Door het eten daar voelde ik me heel luchtig. Het is een wereld van verschil met het snelle leven in Nederland.'
Emma: ‘Eten is voor mij niet per se religieus, maar iets om mezelf en anderen gelukkig mee te maken. Als ik gezond eet, dan merk ik het effect op mijn lichaam. Ik zit dan lekker in m'n vel. Maar wat voor soort eten ik eet, is echt afhankelijk van het moment. Soms wil ik comfort food omdat ik verdrietig ben, en soms wil ik graag groenten eten.'
Welke overeenkomsten zag je in de manier van koken in tempels en jouw eigen manier van koken?
Alain: ‘Dat kun je echt niet met elkaar vergelijken. Het is zo’n andere wereld. Ik hoorde dat temple chefs een universitaire opleiding van wel zeven jaar lang doen, de keuken is heel gecompliceerd. Mijn mond viel open van verbazing. Het is echt anders dan een Franse koksopleiding. Maar ze organiseren in de tempels wel veel grote diners en bijeenkomsten. Dus ze zijn het ook gewend om voor veel mensen te koken. Maar dat is het enige.’
‘Temple chefs gooien geen eten weg. Dat doe ik ook zo min mogelijk’
Emma: ‘Het eten in de tempels is veelal gebaseerd op groente, met slimme trucs en goede ingrediënten die simpele dingen nog lekkerder maken. En ze gooien zo min mogelijk weg. Dat herken ik. Ik eet thuis bijna altijd Aziatisch en vegetarisch, en restjes laat ik altijd op m’n aanrecht staan. Zo vergeet ik ze niet op te maken.’
En wat waren de grootste verschillen?
Alain: ‘Ik ben gewend om te koken met vlees, vis, ui, knoflook, prei, room en wijn. Dat doen ze in de tempels allemaal niet! Het eten daar is allemaal veganistisch, en ze vermijden producten zoals ui omdat je daar niet kalm van wordt. Ook nemen ze daar heel veel tijd om producten te maken en te fermenteren. En deze technieken zijn ingewikkeld. Soms is een sojasaus wel zeven jaar gerijpt. Daar hebben we in onze keukens echt geen tijd voor.’
‘Ik zou best graag nog eens een week in een Zuid-Koreaanse tempel willen doorbrengen’
Emma: ‘Ze gebruiken geen bosui, daar schrok ik wel even van. Maar je mist die smaak helemaal niet. En zij koken veel minder vet. Als ik een aubergine bak, dan doe ik dat in véél olie. In de Zuid-Koreaanse tempels doen ze er echt maar een theelepeltje olie bij, maar alsnog is het superlekker.
In de tempel zijn ze met veel mensen, dus staan er allemaal verschillende gerechten op tafel – soms wel tien. Het zijn dan simpele gerechten, maar wel allemaal met andere smaken. Je eet dan van alles een beetje. En dat maakt het toch heel uitbundig. Thuis eet ik in m’n eentje, dus maak ik één gerecht, niet tien.’
In Temple Food wordt het verbouwen van theebomen van generatie op generatie doorgegeven. Wat heb jij geleerd van jouw ouders of grootouders als het op eten aankomt?
Alain: ‘We waren met z'n zevenen thuis. Mijn moeder nam me altijd mee naar de markt en wist goed hoe ze met restjes kon koken. Ze kookte iedere dag een driegangenmenu voor ons allemaal voor ontbijt, lunch en diner. Dat zijn negen maaltijden per dag, zeven dagen per week, het hele jaar door, zo'n twintig jaar lang. Dan kom je uit op zo'n 460.000 maaltijden. En ik mocht meekijken! Daar heb ik veel van geleerd.
Nu werk ik samen met mijn zoons in onze restaurants, en daar ben ik heel trots op. Het is te gek om zoveel met hen te kunnen doen, en dat ze in dezelfde branche willen werken als ik. Ik zie dat als een cadeau. Ze zijn ondernemers, en weten hoe je een bedrijf opzet. Inmiddels kunnen ze mij nu ook vertellen om af en toe een stapje terug te doen.'
‘Mijn moeder kookte in twintig jaar zo’n 460.000 maaltijden voor ons gezin’
Emma: ‘Mijn moeder is Indisch, en van haar ouders heb ik nooit leren koken. En de ouders van mijn vader kunnen niet koken, haha! Mijn moeder heeft me geleerd dat vers eten heel belangrijk is, en dat ik nooit eten weg moet gooien. Door haar leerde ik zelf pasta maken en koekjes bakken. Mijn Indische oom heeft me Indische gerechten geleerd. En mijn stiefmoeder kan ook heel erg lekker koken.
Zelf vind ik dat er geen ‘goed’ of ‘slecht’ eten is. Als iets goed voelt voor jou, dan hoeft niemand te food shamen. Eten moet gewoon leuk zijn, dat is hoe je enthousiasme overbrengt!’
Welk soort Koreaans eten is je het meest bijgebleven en waarom?
Emma: ‘Koude noedels en zelfgemaakte kimchi. Toen we in Korea waren, was het soms meer dan 30 graden. We aten tussen de opnames door veel streetfood met de Koreaanse crew. Ze serveren daar noedels in een soort ijsbouillon, die superverfrissend is. Dat heb je hier niet. En kimchi vind ik hier te eendimensionaal en zuur, in de tempels Korea heeft het veel meer diepgang. Het is daar veel rijper van smaak.’
‘Ik vind dat er geen ‘goed of ‘slecht’ eten is. Niemand hoeft te food shamen, eten moet leuk zijn’
Alain: ‘De koude noedels met aubergine die masterchef Sunjae Sunim (Koreaans voor 'non') aan ons serveerde. Ik vind aubergine normaal gesproken niet zo lekker, maar dit was het bewijs dat álles lekker smaakt met de juiste bereiding. En de noedels waren de beste die ik ooit op heb. Ze werden gemaakt door een man die geen handen heeft; hij werkt met elektronische handen. Dat was zo waanzinnig.
Ik voelde het ook: het eten maakte me kalm. Ik zou best graag nog eens een week in een Zuid-Koreaanse tempel willen doorbrengen. Ik weet niet of ik het vol zou houden, maar het zou me wel goed doen.’
In Temple Food zie je hoe eten een moment van bezinning teweegbrengt. Wat brengt jou kalmte?
Alain: ‘Ik ben best gevoelig voor prikkels. Maar als ik achter mijn drumstel zit of gitaar speel, dan ben ik helemaal kalm. Datzelfde gevoel heb ik als ik in de natuur ben of in de keuken sta. Dat moet wel echt mijn domein zijn. Ik noem dat ‘de tuin in mijn hoofd’.’
Emma: ‘Ik hou heel erg van innerlijke rust. Mijn bijnaam is Oma Emma, haha. Ik ga vroeg slapen, ik doe zelf veel aan yoga en ben niet snel op een feestje te zien. Sinds de opnames van Temple Food ben ik nog rustiger geworden. Daar heb ik begeleide meditatie gedaan; ik mediteer nu nog steeds. En koken maakt me ook rustig: rijst met ei is mijn lievelingseten.'
‘Sinds de opnames van Temple Food ben ik nog rustiger geworden'
Welke les hoop je dat kijkers uit Temple Food trekken?
Alain: ‘Dat ze proberen zich meer te ontspannen, en de tijd nemen om met elkaar te genieten. Dat je best kalm aan mag doen. En lekker rustig aan in de keuken staan, veel groente koken. En ik denk dat iedereen in deze drukke wereld wel wat meer rust in hun leven kan gebruiken.’
Emma: ‘In het boeddhisme is het bewustzijn over eten erg belangrijk. Wat het met je lichaam doet en waar het vandaan komt. Elke rijstkorrel komt van een bepaald water, en bepaalde mensen die het hebben geoogst. Mensen stoppen hier vrij gedachteloos eten in hun mond. Dat staat haaks op het boeddhisme. Ik hoop dat mensen dus wat meer stilstaan bij het eten dat ze eten. En dat als ze eten niet kennen, het vooral wel gaan proeven!’
De Boeddhistische Blik: Temple Food is te zien vanaf maandag 8 mei tot en met donderdag 11 mei om 19.55 uur bij KRO-NCRV op NPO 2.