Judas Iskariot was een van de twaalf apostelen. Volgens de evangelist Johannes was hij de penningmeester van het gezelschap rond Jezus. Judas is berucht geworden door zijn verraad van Jezus, wat leidde tot diens kruisdood. De gewezen apostel stierf een eerloze dood.
Apostel
Judas behoorde tot de twaalf leerlingen die Jezus aanstelde als apostel (gevolmachtigde gezant). In de apostellijsten van de synoptische evangeliën wordt Judas telkens als laatste genoemd, met daarbij de opmerking dat hij de verrader van Jezus is.
Keriot
De naam Judas is de Griekse vorm van de Hebreeuwse naam Juda of Jehuda. Judas was de zoon van Simon Iskariot. Waarschijnlijk betekent Iskariot 'man uit Keriot'. Keriot was een kleine plaats nabij Hebron in het zuiden van Judea. Ook een plaats in Moab droeg die naam.
Verwarring
Judas Iskariot moet niet verward worden met Judas Thaddeüs, een andere apostel. Evenmin met een van Jezus' broers, die dezelfde naam droeg. Ook de auteur van de nieuwtestamentische Brief van Judas moet niet met Judas Iskariot worden verward.
Penningmeester
Volgens het Johannes-evangelie (12,6) was Judas de beheerder van de kas van het gezelschap rond Jezus.
Onopvallend
Hoewel er in de evangeliën toespelingen worden gemaakt op het aanstaande verraad, speelt de discipel Judas lange tijd een onopvallende rol. Net als de andere discipelen ontvangt hij onderwijs van Jezus, is hij getuige van diens wonderen, en wordt hij uitgezonden om in Israël het Koninkrijk van God te verkondigen.
Omslagpunt
Pas in de latere hoofdstukken van de evangeliën vindt een omslag plaats. Matteüs, Marcus en Johannes beschrijven dat Jezus door een vrouw wordt gezalfd met kostbare nardusolie uit een albasten flesje. Hiertegen wordt door sommige aanwezigen protest aangetekend, omdat het verspilling zou zijn. Volgens hen had het parfum beter verkocht kunnen worden, om de opbrengst te besteden aan de armen. Het Johannes-evangelie legt het protest tegen de vermeende verspilling in de mond van Judas, en voegt eraan toe: “Dat zei hij niet omdat hij zich om de armen bekommerde – hij was een dief: hij beheerde de kas en stal eruit.” (Johannes 12,6) Jezus zegt daarentegen dat het goed is wat de vrouw gedaan heeft: “De armen heb je altijd bij je, en zo vaak je wilt kun je hun goed doen, maar Mij heb je niet altijd bij je. Ze heeft gedaan wat zij kon. Bij voorbaat heeft ze mijn lichaam gezalfd met het oog op mijn begrafenis.” Matteüs en Marcus suggereren dat deze gebeurtenis Judas ertoe bracht Jezus uit te leveren aan de hogepriesters.
Duivel
Lucas en Johannes noemen geen aanleiding, maar beschrijven het omslagpunt van Judas in de context van Pesach, gedurende het Laatste Avondmaal. Bij die gelegenheid neemt de duivel bezit van Judas, zo schrijven de evangelisten (Lucas 22,3 ; Johannes 13,27). Johannes ziet de gebeurtenissen als een vervulling van Psalm 41,10: “Zelfs mijn beste vriend, op wie ik vertrouwde, die at van mijn brood, heeft zich tegen mij gekeerd.”
Dertig zilverstukken
Judas stapt naar de hogepriesters en de oudsten van het volk om Jezus uit te leveren. Volgens het Matteüs-evangelie (26,14) ontvangt hij hiervoor dertig zilverstukken, de prijs van een slaaf. Het bedrag is tevens een verwijzing naar Zacharia 11, 12-13.
Judaskus
De Synoptici schrijven dat Judas met een grote bewapende bende in de Hof van Getsemane op zoek gaat naar Jezus. Als hij hem gevonden heeft, begroet hij hem met een kus. Volgens Matteüs en Marcus was dit een afgesproken teken. Na deze begroeting wordt Jezus in de boeien geslagen en afgevoerd. Jezus' gevangenneming loopt uit op zijn veroordeling tot de doodstraf.
Zelfmoord
Alleen Matteüs (27,3-10) beschrijft dat Judas berouw krijgt na Jezus' terdoodveroordeling. Hij gaat terug naar de hogepriesters, om zijn geld terug te brengen. Als hij nul op rekest krijgt van de hogepriesters, smijt hij de zilverstukken de tempel in, waarna hij zichzelf ophangt.
Bloedakker
De hogepriesters kopen van de steekpenningen een akker van een pottenbakker. De grond wordt bestemd als vreemdelingenbegraafplaats. Omdat de akker met het bloedgeld is betaald, wordt hij Bloedakker genoemd. Matteüs ziet hierin de vervulling van een oudtestamentische profetie. Hij verwijst naar Jeremia, maar bedoelt hoogstwaarschijnlijk Zacharia 11, 12 -13.
Andere lezing
Het bijbelboek Handelingen der Apostelen heeft een andere lezing van Judas' eerloze einde. Van het geld dat hij voor zijn verraad kreeg, zou Judas zelf een akker hebben gekocht. Later zou Judas bij een val, waarbij zijn buik werd opengereten, om het leven zijn gekomen. De plaats van het ongeval (dezelfde akker?) kreeg in de volksmond de naam Bloedakker (Akeldama).
Judas vervangen
Na Jezus' Verrijzenis en Hemelvaart zoeken de apostelen een vervanger voor Judas, zodat De Twaalf weer compleet zijn. Na gebed wordt door loting bepaald dat Mattias Judas in het vervolg vervangt.