Naar aanleiding van het onderzoek voor de documentaireserie: De pompmoord, hebben wij verschillende betrokken instanties om een reactie gevraagd.
De reactie van de Politie Oost-Nederland:
In 2004 heeft het Gerechtshof vier mensen veroordeeld voor dit misdrijf en heeft daarmee de zienswijze van het OM van toentertijd gevolgd. Na deze onherroepelijke veroordeling is er, voor zover bekend, geen cassatie ingediend en is er ook geen herzieningsverzoek ingediend door een veroordeelde of de PG. Dit maakt dat, aangezien het Hof zich heeft gebogen over deze zaak, de politie, in afstemming met het OM terughoudend is in haar oordeel over deze zaak en derhalve inhoudelijk niet kan reageren.
Zoals het Openbaar Ministerie ook heeft aangegeven in haar reactie kan, in zijn algemeenheid ten aanzien van de vragen wel worden opgemerkt dat het aan de rechtbank en het Hof is om de bewijsmiddelen die door het OM en de politie worden aangedragen te waarderen en te wegen om het vervolgens al dan niet te gebruiken als wettig en overtuigend bewijsmiddel. Dat geldt voor zowel belastende als ook ontlastende bewijsmiddelen.
Daarnaast kent de politie de inhoud van uw uitzending in het geheel niet en dit maakt ook dat het niet mogelijk is om, kijkend naar uw vragen, hier op voorhand op te reageren.
Mocht er een herzieningsverzoek worden ingediend bij de Hoge Raad en mocht de Hoge Raad oordelen dat de zaak opnieuw moet worden behandeld, dan zal de politie, in afstemming met het OM vanzelfsprekend meewerken. Tot die tijd gaat de politie niet inhoudelijk in op uw vragen.
Ten aanzien van de medewerking van politiemensen aan uw programma merken wij op dat er geen sprake van is dat de politie collega’s of oud collega’s toestemming weigert om medewerking te verlenen aan verzoeken van de pers/media. Ook in het bijzondere geval van de toenmalig teamleider merk ik op dat er geen sprake is geweest van het weigeren van toestemming voor medewerking aan uw verzoeken. De afweging hieraan medewerking te verlenen ligt bij de individuele medewerker. Wel is het zo dat wij medewerkers gewezen hebben op de geheimhoudingsplicht die zij, ook nadat zij uit dienst zijn getreden, hebben waar het gaat om zaaks inhoudelijke informatie.