Sinds vijf jaar is Sharon de Miranda te zien als tv-kok in het KRO-NCRV-programma BinnensteBuiten. Maar achter de schermen werkt Sharon ook in een dagbestedingsinstelling waar ze mensen met een verstandelijke beperking leert koken. KRO-NCRV zoekt haar op.
We bevinden ons op het terrein van Weet hoe je leeft!, een stichting in Almere die dagbesteding biedt aan mensen met een verstandelijke beperking of psychiatrische stoornis. Tv-kok Sharon de Miranda van BinnensteBuiten runt hier Theehuis Tante Nel. ‘Het is een lunchroom waar mensen van buiten kunnen komen eten. Ik kook samen met onze deelnemers, zo noemen we de cliënten die hier voor hun dagbesteding komen.’
Zit deze lunchroom vaak vol?
‘Dat scheelt enorm per dag. Gisteren had ik vijftien gasten, vandaag drie. We hebben hier geen kaart, maar koken waar we die dag zin in hebben. Gisteren hebben we bijvoorbeeld een grote pan bami bereid. Achter het theehuis staan kassen waar we veel van onze ingrediënten zelf verbouwen. Dat is hartstikke leuk. Dus op dagen dat we minder eters hebben, zijn we vooral druk met tuinieren. Op bestelling verzorgen we ook catering of we maken bijvoorbeeld jam van producten uit onze moestuin. Die verkopen we in ons winkeltje. En tussendoor wordt er volop gezongen en lol getrapt.’
De meeste mensen kennen jou als tv-kok in BinnensteBuiten.
‘Ja, maar dit is dus mijn eigenlijke werk. Hier ben ik 36 uur per week. Ik vind het ontzettend leuk dat ik hiernaast BinnensteBuiten mag doen. Bij Tante Nel kook ik meestal vrij eenvoudig, omdat ik dat natuurlijk samen met onze deelnemers doe. Maar in hart en nieren blijf ik kok. Daarom vind ik het fijn dat ik culinair gezien mijn ei kwijt kan in BinnensteBuiten. Bij Tante Nel staan niet de culinaire hoogstandjes centraal maar vooral het sámen koken. En natuurlijk ook de smaak van het eten. Want wat we hier opdienen, moet wel erg lekker zijn.
Hoe kwam je na je koks-opleiding in de zorgsector terecht?
‘Ik werkte in verschillende restaurants in Nederland en Curaçao. Op een gegeven moment kon ik in Nederland bij een restaurant aan de slag, maar moest ik wel eerst drie maanden zien te overbruggen. Ik kon tijdelijk terecht bij de Waterheuvel, een Amsterdamse stichting die zich bezighoudt met dagbesteding voor mensen met een psychiatrische achtergrond. Dat betekende: samen met ze koken. De maaltijden die we maakten waren bestemd voor daklozen. Dat was iets compleet anders dan dat ik gewend was. Maar op dag één dacht ik gelijk al: dit is ontzettend mooi en dankbaar werk. Dat wilde ik best even doen. Uiteindelijk ben ik drie jaar gebleven.
Wat vond je daar gelijk zo mooi aan?
‘Je voelt je nuttig. Het gegeven dat ik iemand gelukkiger kan maken, doet iets met me. Door dit werk voel ik me een beter mens. Ik dacht: ik kan wel blijven koken voor mensen die de biefstuk net niet rood genoeg vinden of die in hun vingers knippen en verwachten dat je direct ja-knikkend voor ze klaarstaat, maar daar heb ik juist altijd een hekel aan gehad. Ik pas niet tussen zulke types.’
Wist je gelijk hoe je om moest gaan met mensen met psychiatrische aandoeningen?
‘Ik behandel mensen altijd zoals ik zelf behandeld wil worden. Hen dus ook. Ik dacht niet: oh, jij hebt het syndroom van Asperger, dan ga ik zó met jou om. Iemand die ervoor geleerd heeft, zou dat misschien wel doen. Ik niet. Ik kwam blanco binnen en mijn aanpak werd gewaardeerd. Maar ja, ik kreeg ook te maken met mensen die schizofreen zijn. Ik heb meegemaakt dat iemand mij eerst extreem aardig vond, maar het volgende moment met een mes op me afkwam. Ik heb dus wel cursussen moeten volgen om daar beter mee om te kunnen gaan. Na de Waterheuvel ben ik tien jaar bij Tante Truus in dienst geweest, een eetgelegenheid in Almere waar mensen met een verstandelijke beperking werken. Sinds november vorig jaar werk ik bij Theehuis Tante Nel.’
Hoe ziet hier een doorsnee werkdag eruit?
(lacht)‘Die kennen we hier niet. Het is altijd anders. Ik hoef hier bijvoorbeeld ook echt niet naast mijn schoenen te gaan lopen, zo van: “Ik ben weer op tv.” Want het volgende moment sta ik hier iemands billen af te vegen. Dat hoort ook bij mijn werk. En vanochtend was een deelnemer heel boos op me. Ik ben flink de huid vol gescholden. Daardoor ben ik aan het einde van zo’n dag helemaal gesloopt. Er staat tegenover dat we ook altijd veel lachen en ik dit vooral heel dankbaar werk vind. Want het mooiste vind ik dat ik ze iets kan meegeven waarmee ze later een betaalde baan kunnen krijgen in de maatschappij. Tenminste, voor sommigen is dat haalbaar. Voor anderen niet.’
Zoals je weet heeft KRO-NCRV een Minister van Gehandicaptenzaken verkozen om mensen met een beperking zichtbaarder te maken. Wat vind je daarvan?
‘Een heel mooi initiatief. Het is een heel andere doelgroep dan de mensen waar ik mee werk. Hier heb ik sommige mensen zitten met een hoog IQ, maar met een laag EQ. Dat is heftig. Zij zijn zich bewust van hun beperkingen, zijn vaak erg intelligent maar hebben de emotionele beleving van een kind van een jaar.’