Oestersperma

Een oester maakt normaal gesproken sperma en eicellen aan om zich voort te planten. Dat doet de oester in mei, juni, juli en augustus. In deze maanden zit de oester vol met sperma, wat zorgt voor een dikke melkachtige substantie in de oester. Het sperma van de oester maakt deze extra romig, maar het complimenteert de natuurlijke smaak van de oester niet. Dat is de reden dat men in laboratoria oesters modificeert, zodat zij zich niet kunnen voortplanten. Hierdoor kan de mens ook in de zomer genieten van spermavrije oesters.

Seksloze oesters 

Kweekoesters worden dusdanig gemodificeerd dat er een extra chromosoom wordt toegevoegd aan oesterlarven. Dit extra chromosoom zorgt ervoor dat oesters geen geslachtsorgaan kunnen aanmaken en voorkomt daarmee ook de productie van sperma en eicellen.

Om een triploïde - oftewel seksloze - oester te maken, dient een tetraploïde mannetje met een diploïde vrouwtje te paren. Diploïdie refereert naar de dubbelvoudigheid van de chromosomen in een cel, zoals dat ook bij de mens zo is (XX voor een vrouw en XY voor een man). In het geval van een triploïde oester, zijn er 3 chromosomen aanwezig. Een tetraploïde oester bevat zelfs 4 chromosomen per celkern. Een tetraploïde mannetjesoester wordt met een diploïde vrouwtjesoester gekruist om een triploïde, seksloze, oester te krijgen. 

Genetische manipulatie door stress

Een tetraploïde oester wordt gecreëerd door tijdens de normale voorplanting extra stress te veroorzaken bij de oester, waardoor deze zijn chromosomen in viervoud behoudt. De stress wordt op verschillende manieren veroorzaakt. Zo kan de kweker druk uitoefenen op de oester. Maar ook het toedienen van een middel als cafeïne veroorzaakt stress. 

Het toedienen van cafeïne en het veroorzaken van stress zorgt ervoor dat de natuurlijke celdeling niet plaatsvindt. Het veroorzaken van stress gebeurt tweemaal, om zo vier chromosomen te krijgen: een tetraploïde oester.