Maak een klassieke paté voor op je volgende borrelplank
In de uitzending zagen we dat de paté in de supermarkt toch verdacht veel lijkt op de smeerworst die een schap verder ligt. Maar wat is dan échte paté? Echte paté wordt bijvoorbeeld gebakken en niet gekookt. Dus stroop je mouwen op en maak deze heerlijke paté en croûte!
Wat betekent 'en croûte'?
En croûte betekent ‘in korst’. Vroeger werd het deeg rondom de paté gebruikt als conserveermiddel. Nu wordt het deeg zo gemaakt dat je het ook kan opeten. Iets wat paté paté maakt is lever. Omdat lever kort houdbaar is verwerkten ze het vroeger in paté voor een langere houdbaarheid. Een methode om minder gangbare delen van een dier toch te gebruiken om er iets smaakvols van te maken. Nu dient het vooral als een luxueus voorgerecht of een rijke toevoeging aan een borrelplank.
Benodigdheden
Voor de paté
- 200 gram varkenslever
- 200 gram varkensvet
- 200 gram gerookt spek
Voor het vlees kun je gelijke delen aanhouden. Dus mocht je meer willen maken zorg er dan voor dat het vlees in dit geval 1/3 in verhouding is.
- Trompette de la mort (paddenstoelen)
- Whiskey, brandy of port
- 1 of 2 eieren
- 50 milliliter room
- Knoflook
- Sjalot
- Peterselie
- Boter
- Peper
- Zout
In dit lijstje kun je heel veel toevoegen naar eigen smaak. Pistache, nootmuskaat, tijm, foelie en noem maar op. Word creatief met verschillende smaken!
Voor het deeg
- 250 gram boter (op kamertemperatuur)
- 500 gram bloem
- 20 gram suiker
- 10 gram zout
- 2 eieren
- 80 gram koud water
Bereiding
Marineer het vlees
- Snijd de varkenslever in kleine stukjes en marineer 24 uur in de koelkast in een beetje whiskey, brandy of port. Bedek met plasticfolie.
Maak het deeg
- Verkruimel de boter boven een beslagkom.
- Voeg de suiker, het zout en de bloem toe en kneed het mengsel.
- Nu mogen de eieren en het water erbij. Kneed het vervolgens tot een soepel deeg.
- Verpak in vershoudfolie en laat rusten in de koelkast.
Begin aan de paté
- Maal de gemarineerde varkenslever, het varkensvet en spek met een gehaktmolen of snijd heel fijn met een mes.
- Meng het gemalen vlees met de eieren, room, paddenstoelen, knoflook, sjalot, peterselie, peper en zout. Doe dit met je handen zodat het vlees fijn wordt, er niet te veel lucht in komt en het goed blijft plakken.
- Leg het in de koelkast.
Samenvoegen
- Rol het briseerdeeg uit. Let op: het deeg kan het gerecht maken of breken. Rol het gelijkmatig uit met een dikte tussen de 3 en 6 millimeter.
- Pak een bakblik en bedek het met het deeg. Houd een stuk over voor de bovenkant van het bakblik. Laat het deeg over de randen hangen.
- Pak je mengsel van gemalen vlees en kruiden en vul het bakblik.
- Pak het resterende deeg en snijd een deksel passend op je bakblik. Smeer het in met wat eigeel, dan plakt het beter. Sluit het deeg af.
- Maak twee ronde gaatjes in de bovenkant van je deeg met een steekvormpje. Maak van aluminiumfolie twee schoorsteentjes en zet ze in de gaatjes van je deeg. Zo kan er geen vocht uit de vulling over het deeg lopen en ontploft je paté niet in de oven.
- Check of het deeg goed is afgesloten, zodat er niks kan gaan lekken.
- Bestrijk het deeg met wat eigeel.
- Optioneel: snijd met een paletmes of een satéprikker mooie vormpjes in het deeg.
Zet in de oven
- Zet de temperatuur van de oven op 180˚C.
- Bak de paté in één uur gaar.
- Mocht je een vleesthermometer hebben kun je kijken wat de temperatuur is aan de binnenkant van het deeg en de paté. Deze moet 72˚C zijn.
- Is ‘ie goed? Haal de paté uit de blikvorm en laat afkoelen op een rooster. Et voila! Eigengemaakte paté en croûte.