Rome (CNA), 15 december 2022 - De generaal-overste van de jezuïeten, pater Arturo Sosa, heeft bevestigd dat zijn medebroeder pater Marko Rupnik in 2019 een automatische excommunicatie had opgelopen wegens het absolveren van een vrouw met wie hij seks had gehad, een kerkrechtelijk misdrijf waarvan het bestuur van de Sociëteit van Jezus op de hoogte was maar waarover tot nu toe geen ruchtbaarheid is gegeven.
Sosa maakte het gisteren bekend tijdens een ontmoeting met journalisten, meldt Associated Press (AP).
Jezuïet-kunstenaar Rupnik beschuldigd van seksueel misbruik van zusters
Misbruik van het sacrament van boete en verzoening door een biechtvader is een van de zwaarste vergrijpen in de katholieke kerk. In het canoniek recht valt het absolveren van een penitent met wie je seks hebt gehad (absolutio complicis) naast sollicitatio tot de meest heiligschennende misdrijven.
De Congregatie voor de Geloofsleer “zei dat het gebeurde, er was absolutie van een medeplichtige”, zei Sosa. “Dus werd hij geëxcommuniceerd. Hoe hef je een excommunicatie op? De persoon moet het erkennen en moet berouw tonen, wat hij ook heeft gedaan.”
Sosa sprak ook de eerdere verklaring van de jezuïetenorde tegen en zei dat Rupnik ambtsbeperkingen, die van kracht blijven, dateren van deze eerdere veroordeling, en niet van de beschuldigingen uit 2021 die het bureau voor zedenmisdrijven van het Vaticaan besloot terzijde te leggen omdat ze te oud werden geacht om te vervolgen, aldus AP.
Rupnik, 68 jaar, zou negen zusters van een religieuze congregatie in Slovenië seksueel hebben misbruikt toen hij daar begin jaren negentig als geestelijk leidsman fungeerde. Een van de vrouwen zou een zelfmoordpoging hebben gedaan vanwege het misbruik.
Die beschuldigingen van seksueel misbruik werden in 2021 doorgestuurd naar de Congregatie voor de Geloofsleer van het Vaticaan (nu het Dicasterie van de Geloofsleer). Het dicasterie sloot de zaak in oktober na de conclusie dat een 30-jarige verjaringstermijn voor beschuldigingen van misbruik van meerderjarige personen was verstreken.
Dat besluit, dat eerder deze maand via Italiaanse media aan het licht kwam, heeft nogal wat vragen opgeroepen. Zoals: waarom koos het dicasterie ervoor om niet af te zien van de verjaringstermijn, zoals het in andere gevallen wel heeft gedaan? Het Dicasterie voor de Geloofsleer wordt geleid door kardinaal Luis Ladaria, een Spaanse jezuïet. Bovendien was de aanklager voor zedenmisdrijven een jezuïet en zou een voormalige secretaris van het dicasterie een huisgenoot van Rupnik in Rome zijn geweest, aldus AP.