Voor altijd verbonden: de innige band tussen tweelingzielen

Elkaars zinnen afmaken, dezelfde pijn voelen en communiceren zonder woorden te gebruiken: tweelingen hebben een bijzondere band. Ook tweelingzussen Norma en Moniek hebben zo’n ‘onzichtbaar lijntje’.

‘Met z’n tweeën is het beter, dat weet ik al mijn hele leven lang’, vertelt Norma in Zin in morgen. Vanwege hun woelige jeugd waren zij en haar zus Moniek altijd op elkaar aangewezen. Dankzij hun innige tweelingband, die dieper gaat dan met het blote oog zichtbaar is, hielden ze elkaar overeind.

‘Ik ben ongelukkig als Norma ongelukkig is, en Norma is ongelukkig als ik ongelukkig ben’, vertelt Moniek. Dat ‘tweelingenlijntje’ hadden de zussen al van kleins af aan. Als meisjes spraken ze een eigen taaltje, ze begrijpen elkaar door slechts een blik te wisselen en ze voelen elkaars pijn.

‘Toen ik een motorongeluk kreeg en mijn nek brak, viel Moniek op hetzelfde moment flauw tijdens haar balletles’, herinnert Norma. ‘En ik hoefde Norma niet eens te vertellen dat mijn bevalling was begonnen, want ze had zelf ook buikpijn’, vult Moniek aan.

'Met z’n tweeën is het beter'

Norma

Aantrekkingskracht en herkenning

Altijd iemand waar je op kunt rekenen, die je dóór en dóór kent en met wie je een onbeschrijfelijke band hebt: gelukkig is zo’n innige verbintenis niet alleen weggelegd voor bloedverwanten. Ook mensen die geen onderdeel zijn van een biologische tweeling kunnen een tweelingziel hebben.

Tweelingzielen zijn twee mensen die een ongelooflijke aantrekkingskracht op elkaar hebben, een diepe herkenning op zielsniveau ervaren en elkaar haarfijn aanvoelen. De spirituele en filosofische theorie over tweelingzielen wordt al eeuwenlang beschreven in verschillende culturen en religies over de hele wereld. Binnen het hindoeïsme, het boeddhisme en het jodendom bijvoorbeeld zijn overtuigingen en verhalen die verwijzen naar tweelingzielen, elk met hun eigen interpretaties en betekenissen.

Eeuwige zoektocht

Zo beschreef de Griekse filosoof Plato het idee van tweelingzielen al zo’n 2500 jaar geleden in zijn Symposium. In dit verhaal vertelt hij hoe de mens als compleet wezen werd geschapen, maar later in tweeën werd gesplitst door oppergod Zeus. Deze twee delen zullen altijd naar elkaar blijven zoeken om weer één te worden.

“En wanneer een van hen zijn andere helft zal ontmoeten, de werkelijke helft van zichzelf, is het paar verloren in een verbazing van liefde en vriendschap en intimiteit en men zal niet meer uit elkaars zicht verdwijnen, zelfs niet voor een moment. Dit zijn de mensen die hun hele leven samen blijven, hoewel ze met geen mogelijkheid zouden kunnen uitleggen wat ze van elkander verlangen.”, schreef Plato in Symposium.

Klinkt geweldig toch?