Sinds de Russische invasie van Oekraïne zijn een paar van Doron’s studiegenoten overgestapt. “Die denken: mij niet gezien. Ze hebben zich jarenlang veilig gewaand, nu wordt de situatie mogelijk anders.”

Uit recent onderzoek blijkt dat wereldwijd 45 procent van de volwassenen de wapens zou oppakken als zijn of haar land in oorlog is. Onder Nederlanders is dat aanzienlijk minder: 16 procent zegt te willen vechten voor zijn land. Tot die minderheid behoort de 32-jarige Doron uit Dordrecht. Het afgelopen studiejaar werd hij opgeleid tot officier bij de Koninklijke Marechaussee.

Hoe is het om opgeleid te worden tot officier binnen de Nederlandse krijgsmacht als er aan de andere kant van Europa een grote oorlog woedt? Doron vertelt over een bewogen jaar en zijn motivatie om onder de Nederlandse vlag ten strijde te trekken, mocht het er ooit van komen. 

Hoi Doron, wat vindt je naaste omgeving van je carrièrekeuze?

“Het is natuurlijk niet de makkelijkste carrière om mee om te gaan. Ik heb een vrouw, een kind van anderhalf en de tweede is op komst. Deze opleiding en functie vragen veel van ons allemaal: ik ontkom er niet aan om ook in de avonduren en weekenden door te gaan. Maar mijn vrouw heeft er begrip voor dat ik me binnen Defensie wil doorontwikkelen.” 

Hoe werd er binnen de Defensie Academie gereageerd op de Russische invasie van Oekraïne?

“Toen we hoorden over de inval van Rusland zette dat de boel hier wel even op z’n kop. Zelfs al leren we veel over conflicten, in Nederland voelt oorlog voor onze generatie toch als een ver-van-mijn-bed-show. Dat het nu ineens zo dichtbij gebeurt, maakte ook binnen de opleiding veel indruk. Je gaat je toch afvragen wat de situatie voor jezelf betekent: wat als je over zes maanden wordt uitgezonden?” 

“Vanuit de Koninklijke Militaire Academie werd daar erg goed op gereageerd, vind ik. In de eerste weken na de invasie werd iedere dinsdagavond een gastcollege gegeven door een deskundige die de geopolitieke ontwikkelingen duidde. Door het conflict in een bredere context te plaatsen en de positie van Nederland en de NAVO beter te begrijpen, krijg je als officier in opleiding een vollediger beeld. Dat geeft ook rust.”

''Ik ben opgeleid om ingezet te kunnen worden in militair gebied, of dat nou in Nederland is of over de grens.''

Doron
Maakt die toegenomen dreiging jou en je studiegenoten angstig?

“Bij sommigen is een bepaalde schrik zeker merkbaar, van een paar weet ik dat ze hun loopbaan zijn gaan evalueren. Bij de Marechaussee heb je tot op zekere hoogte de keuze om in het buitenland te worden geplaatst, bij de Marine en Landmacht is het een vast onderdeel. Een handjevol cadetten wil daarom overstappen. Als ik met hen het gesprek aanga, dan merk ik dat ook het verhaal Rusland-Oekraïne daar een rol in speelt. Die denken: mij niet gezien. Ze hebben zich jarenlang veilig gewaand, nu wordt de situatie mogelijk anders.”

“Zelf denk ik: ik ben opgeleid om ingezet te kunnen worden in militair gebied, of dat nou in Nederland is of over de grens. Ik zie het als mijn plicht om daar gevolg aan te geven. Maar ik zeg ook eerlijk dat ik niet vooraan sta om naar het buitenland te gaan, nu ik een gezin heb. Ook als vader heb ik mijn verantwoordelijkheden. Gelukkig wordt daar binnen Defensie rekening mee gehouden: heb je net een kind dan zal een ander op de lijst eerder worden uitgezonden. Zolang dat kan, natuurlijk. Valt Rusland morgen Nederland binnen, dan sta ik paraat.”

''Wat stelt ons defensieapparaat nog voor? Er is jarenlang bezuinigd op Defensie, dus het is een terechte vraag.''

Doron
Heb je het idee dat er sinds de Russische invasie anders naar Defensie wordt gekeken in de Nederlandse samenleving?

“Wat ik aan familie en vrienden merk is dat ze zich afvragen hoe goed Nederland voorbereid is op een eventuele oorlog. Wat stelt ons defensieapparaat nog voor? Er is jarenlang bezuinigd op Defensie, dus het is een terechte vraag. Wat ik daarop zeg is dat we qua manschappen en artillerie misschien klein zijn, maar wel heel veel kennis hebben over bijvoorbeeld technologische innovatie. Zo heeft ieder land zijn specialisme, en die krachten bundelen we met onze bondgenoten in de EU en de NAVO.”

Nou zijn er ook mensen die zeggen: als ieder land ter wereld stopt met het investeren in wapens en militair personeel, dan zou er ook geen grootschalig conflict meer kunnen ontstaan. Hebben zij een punt?

“Dat is een mooi gedachtegoed, maar realistisch vind ik het niet. De Russische invasie laat goed zien hoe abrupt en onvoorspelbaar militaire acties kunnen zijn. Stel dat in Europa een politiek leider opstaat met eenzelfde overtuiging als Poetin, kunnen we ons dan verweren als soevereine staat? Die vraag moeten we ons blijven stellen. Onze vrijheid en veiligheid zijn een groot goed, dat moeten we koesteren. En te allen tijde kunnen verdedigen.”

Dit artikel is afkomstig van Brandpunt+