De gerechten die je vroeger at zitten vaak diep verankerd in je geheugen en zeggen iets over waar je vandaan komt. Maar soms moet je dat geheugen wel een beetje opfrissen. Door zo’n oud gerecht zelf te maken bijvoorbeeld. In Zin in morgen gaat Kim-Lian van der Meij op zoek naar haar culinaire wortels en maakt ze een Indonesisch gerecht dat haar oma altijd maakte.
Tussenruimte
‘Als kind groeide ik op met mijn opa en oma dichtbij. We hadden een tuincentrum waar mijn vader en opa allebei werkten en mijn opa en oma woonden ook aan het tuincentrum. Tussen onze huizen zat een soort ‘tussenruimte’ die onze woningen met elkaar verbond. Mijn oma was eigenlijk altijd thuis en met ons bezig, dus als klein meisje ging ik heel vaak door die tussenruimte naar haar toe.’
‘Mijn oma was eigenlijk altijd aan het koken. Ze had Chinese ouders, maar werd geboren in Indonesië, dus de gerechten waren Indonesisch. Als ik dan in de tussenruimte tussen onze huizen was, kwamen de geuren me al tegemoet. Heerlijk was dat!’
Levendige herinneringen
‘Een van de gerechten die ze vaak maakte was Lemper ayam, kleefrijstrolletjes met kip. En toen ik dat gerecht voor Zin in morgen ging maken, viel me meteen op hoe sterk die geuren gekoppeld zijn aan mijn geheugen. Ik wist wel dat geuren herinneringen kunnen oproepen, maar dat het zo levendig zou zijn, had ik niet verwacht.’
Veilig en geborgen
‘Ik rook de kruiden die ik als kind rook en meteen zag ik mijn oma weer voor me in haar keuken. Ik zag het bruin van de kleine, vierkante tegeltjes, haar blauwgrijze emaillen pannetjes en het schortje dat ze altijd om haar middel had. Ik herinner me dat ik als klein meisje net over de rand van het aanrechtblad kon kijken en dan heel dicht tegen haar aanstond om te zien wat ze aan het doen was. Ik zag ook weer haar mooie zongebruinde handen en haar glimmende huid. Ze was altijd zo lekker zacht en warm, het gaf een heel veilig en geborgen gevoel.’
‘Mijn oma gaf ons veel liefde en ik kon altijd bij haar terecht. Van mijn ouders kreeg ik ook veel liefde, maar die hadden allebei ook nog een baan en waren niet altijd thuis overdag. Wat ik nu overigens als werkende moeder van drie heel goed begrijp. Maar oma was er altijd en dat was fijn. Dan riep ze: ‘Makan doeloe’, wat zoveel betekent als ‘eerst eten’. En dat lieten we ons geen twee keer zeggen. Mijn moeder kookte ook, maar vaak hadden we dan stiekem al bij oma gegeten.’ (tekst gaat verder onder de video)
Kwart Indonesisch
‘Door zelf die lemper ayam van mijn oma weer te maken, was ik opeens weer bij de basis van mijn leven. Ik ben dus een kwart Indonesisch, maar dat speelt eigenlijk nooit zo’n rol in mijn leven. Nu groeide weer het besef waar mijn roots liggen.’
‘En door zo bewust met mijn oma’s eten bezig te zijn, leerde ik ook iets nieuws over mezelf. Ik wil het iedereen altijd naar de zin maken en kan daar soms helemaal in doorslaan. Tijdens het koken besefte ik opeens dat mijn oma dat ook altijd deed. Ze zorgde altijd maar dat iedereen het naar zijn zin had. Opeens was ik me heel bewust waar die karaktertrek bij mij vandaan komt.’
Geen keukenprinses
‘Ik ben geen keukenprinses en ik heb ook veel foutjes gemaakt toen ik dit gerecht probeerde te maken. Het werd meer een kommetje rijst met kip in plaats van die mooie rolletjes. Mijn oma had er vast heel erg om gelachen. Maar sindsdien maak ik wel vaker zelf gerechten. Het heeft even geduurd, maar ik denk dat mijn oma me na 43 jaar uiteindelijk toch in de keuken heeft gekregen.’