Jan Terlouw schreef een actueel kerstverhaal speciaal voor het KRO-NCRV programma Kerstduetten: het kerstverhaal 2021. Lees het volledige verhaal hier terug.

Ze zijn eindelijk, na jaren weer eens bij elkaar, de oude vrienden. Voor het eerst op kerstavond. Tal van jaren zijn ze in de zomer een weekend samen gekomen, maar de laatste jaren kwam het er niet meer van. Maar nu ze gehoord hebben dat André het nieuwe jaar waarschijnlijk niet zal halen, heeft Karin het initiatief genomen om te proberen samen weer wat licht te zien op de avond van de hoop, van de geboorte.

 Ze verzuchten dat ze elkaar de afgelopen tijd alleen bij begrafenissen en crematies hebben ontmoet. Met z’n vieren zijn ze nog maar. Patrick is er niet meer en ook Johanna niet. Michiel is in Indonesië begraven, daar was alleen Dorien bij geweest. Ze bespreken de watersnood in Zuid-Limburg en België en Duitsland, alleen door regenval, waar gaat het heen met de wereld. Zoveel branden in Siberië, in Australië en in Canada en dat na een stijging van de temperatuur van de atmosfeer van pas één graad, waar gaat er gebeuren als die meer dan twee graden wordt? In Amerika wemelt het nog van de Trump-aanhangers, best kans dat hij opnieuw president wordt en met de Nederlandse politiek is het ook al niet veel soeps.

Zwaluw Liedewij

Als ze een tijdje hebben gesomberd, zegt Karin:

‘Kom op, jongens, en nu allemaal een verhaal waar je blij van wordt. Ik begin. Bij ons in de straat was een huis met een oud houten schuurtje ertegenaan gebouwd. Dat schuurtje zou gesloopt worden. Maar voor het zover was zat er op een ochtend een vlieger tegenaan gespijkerd. Op die vlieger stond: Hier broed de zwaluw Liedewij, blij blij blij. Het was de vlieger van de tienjarige tweeling Ruud en Romy die in dezelfde straat woonden. De eigenaar van het schuurtje zette alleen een t achter broed en liet het schuurtje staan tot de jonge zwaluwen waren uitgevlogen. Maar daarmee is het verhaal niet uit. De eigenaar van dat schuurtje, was een man die een hoge functie bekleedt op een departement en hij werd aangewezen om ons land te vertegenwoordigen op de topconferentie over biodiversiteit in het Chinese Kunming, dit jaar. In zijn toespraak vertelde hij het verhaal over de broedende zwaluw Liedewij en de tweeling. Hij zei dat het zijn ogen had geopend en besloot de schuur niet te slopen, zodat daar nog vele generaties Liedewij’s zouden kunnen volgen.

Ten overstaan van alle aanwezigen op het congres voegde hij eraan toe dat we het overbevissen van de oceanen en het kappen van oerwouden niet alleen uit moeten stellen, maar riep hij op om te besluiten ervan af te zien! Hij eindigde zijn toespraak met de uitroep “leve vlieger zwaluw Liedewij, blij, blij, blij!” wat veel tolken in de problemen moet hebben gebracht.

De vluchteling 

‘Nu ik,’ zegt Berend. ‘Het verhaal van mijn baas, wethouder Kofi Sangare, afkomstig uit Sierra Leone, zo zwart als ik het graag zie, Weten jullie wat Kofi betekent? Geboren op vrijdag.

Kofi is als jongen van elf jaar naar Nederland gevlucht, want er was een burgeroorlog gaande in zijn vaderland. Ik zal jullie de ingewikkelde vluchtroute besparen. In ons land kwam hij terecht in een asielzoekerscentrum in een Friese plaats, ik ben vergeten welke. En daar is hij op straat gaan voetballen met de jongens uit het stadje. Hij was opgevoed als moslim, maar hij ging ’s zondags naar de gereformeerde kerk omdat hij mensen wilde zien en gezien wilde worden. Hij wilde erbij horen. Hij kon niet fietsen. Dus ging hij dat leren. Natuurlijk viel hij en verstuikte een enkel. Het gebeurde voor de zaak van de schoenmaker, die het zag en hem binnenhaalde en verbond. Toen zijn enkel was genezen, zorgde de schoenmaker dat hij een paar goed zittende voetbalschoenen kreeg en lid werd van de plaatselijke voetbalclub. De schoenmaker had een knappe dochter, Willemijn, waar Kofi smoorverliefd op werd. Toen de voetbalwedstrijd om het provinciale kampioenschap moest worden gespeeld, zei Kofi tegen Willemijn dat hij voor haar drie doelpunten ging scoren. Als je dat doet, schenk ik jou drie kinderen, zei ze. En geloof het of niet, hij scoorde ze, werd de held van het dorp en hij heeft nu drie prachtige kinderen met dubbel bloed, zoals ze in Afrika zeggen. Een verblijfsvergunning is hem bezorgd door een landelijke politicus met een hart en liefhebber van voetbal en nu is hij wethouder in mijn stad. En mijn baas. Allemaal echt gebeurd.’

‘Halleluja,’ zeggen de vrienden. En ze kijken naar Dorien.

Er is een kind geboren

‘Onze buren zijn een echtpaar van achter in de dertig,’ vertelt Dorien. ‘Al meer dan tien jaar getrouwd. Zij wilde graag een kind, maar hij was van mening dat de wereld al overbevolkt was en daar mochten ze niet aan bijdragen. Maar begin van dit jaar was ze toch zwanger. Pil vergeten, expres of per ongeluk? Negen maanden lang heeft hij verkondigd aan wie het maar wilde horen dat het onverantwoordelijk was. Overbevolking was de grote kwaal die de mensheid teisterde. Drie weken geleden is de baby geboren. Een meisje. Ik ben op kraamvisite geweest en ik wist niet wat ik zag. Een schattig baby’tje, zeker, maar vooral een dolgelukkige vader. Ik heb nooit eerder zo’n blije man gezien. Hij liep met het kind in zijn armen door de kamer en riep dat er nog nooit eerder zo’n prachtig, lief, wonderbaarlijk kind het levenslicht had gezien. Op de hele aardbol was er geen gelukkiger man te vinden dan hij. Ik vroeg voorzichtig hoe het zat met de overbevolking, en toen riep hij dat die heel gemakkelijk te bestrijden was. Overal waar de welvaart toenam, nam het aantal geboortes af. Dus we hoefden alleen maar al die arme landen wat welvarender te maken en het kwam in orde. In rijke landen zoals het onze werden al jaren minder kinderen geboren, wist ik dat niet? Bovendien voorspelden deskundigen dat de wereldbevolking na eenentwintigduizendzeventig of zoiets zou gaan dalen. Hoe dan ook, kijk toch eens naar dit prachtige kind. Zijn kind. Was er iets mooiers op de wereld?’

Het licht 

Ze kijken nu allemaal naar Joop. ‘Ik heb geen verhaal,’ zegt hij, ‘of het moet zijn dat mijn stokoude grootmoeder vanwege de woningnood een student in huis heeft genomen, wiens studie nu gaat mislukken omdat hij de hele dag scrabble zit te spelen met oma. Oma blijft winnen, omdat ze nog woorden kent als drijfveer en pakkerd. Termen als impact en stakeholder die de student kent worden als buitenlands afgekeurd.’

‘We zitten met een pandemie waarvan de vraag maar is of die ooit echt overgaat,’ verzucht Berend. ‘Zolang we dieren ophokken zullen er in ieder geval nieuwe pandemieën de kop opsteken. Maar het grootste gevaar dat ons bedreigt, is het monster dat marktwerking heet, een draak met twee koppen, winst en groei, waarmee het de natuur verslindt.’

‘Is dat jouw blijde boodschap?’ vraagt Karin.

‘Nee hoor,’ zegt Berend, ‘maar het is wel het kerstklimaat dat ik alom bespeur. Het komt goed, want het licht zorgt voor een happy end. Door de handelwijze van het monster wordt het klimaat heter en heter. De zon wordt machtiger en machtiger. En op een dag, niet eens zo ver weg, is het zo warm dat het monster smelt.’

Karin speelt met haar iPhone en daaruit klinkt ineens zacht het Stille nacht, heilige nacht. Ze luisteren. ‘Het feest van het verleden en van de toekomst,’ zegt iemand. ‘Van de geboorte. Van de vertedering. Van de groene takken. Van het terugkerende licht. Van de wijzen die het monster gaan verslaan, of ze nu uit het Oosten of uit het Westen komen. Het feest van de hoop.’