Of het nu gaat om nogal bijzondere wereldleiders, je knettergekke ex of die ene arrogante collega: steeds vaker en gemakkelijker gebruiken we het etiket narcisme. In haar boek Mijn ego heeft altijd gelijk onderzoekt hoogleraar sociale psychologie Roos Vonk onder andere de relatie tussen narcisme, het ego en spiritualiteit. Interessant, vonden wij, en dus ging Zentijd bij haar langs voor een gesprek.
Narcis-wat?
De term narcisme, je hoort ‘m steeds vaker, maar wat betekent het nou precies? Vonk legt uit: ‘Ook mensen met een gezonde zelfwaardering vinden zichzelf iets beter dan anderen, dat is heel gewoon. Narcisten voelen zich niet alleen superieur maar kijken ook echt neer op anderen, waardoor ze het moeilijk vinden om mensen als gelijke te behandelen. Narcistische mensen hebben het gevoel dat ze het heel goed met zichzelf getroffen hebben en veel minder met hun omgeving.’
De samenleving wordt narcistischer
‘Je zou kunnen zeggen dat de samenleving narcistischer wordt. Er zijn onderzoeksresultaten vergeleken van nu en van 40 jaar geleden die erop wijzen dat narcisme onder jonge mensen is toegenomen.’ Vonk benadrukt dat niet alle onderzoekers het hiermee eens zijn. Wel is ze er zeker van dat de individualisering van de samenleving die in de afgelopen decennia heeft plaatsgevonden, een verandering in opvoeding heeft meegebracht.
‘De individualistische samenleving kan narcisme voeden’
Van nederigheid naar individualisme
Voorheen werd mensen bijvoorbeeld via de kerk een gevoel van nederigheid bijgebracht, het collectief en saamhorigheid waren erg belangrijk. Nu hebben we meer aandacht voor het individu, het idee dat iedereen bijzonder en belangrijk is. ‘Dat zijn dingen die niet per se verkeerd zijn maar wel narcisme kunnen voeden.’ In haar boek onderzoekt Vonk dit verschijnsel.
Op een voetstuk
‘Er wordt vaak gedacht dat narcistische mensen van binnen eigenlijk heel onzeker zijn, dat is een wijd verspreid misverstand. Er zijn geen aanwijzingen in onderzoek dat ze een onbewuste onzekerheid hebben.’ Het tegendeel blijkt waar: narcistische mensen zijn vaak door hun ouders op een voetstuk gezet. ‘Ze hebben de boodschap meegekregen dat ze bijzonderder zijn dan andere kinderen. Dat zorgt ervoor dat mensen gaan neerkijken op anderen.’
‘Er wordt vaak gedacht dat narcistische mensen van binnen eigenlijk heel onzeker zijn, dat is een populair misverstand’
Moeite met gelijkwaardigheid
Vonk legt uit dat het op die manier moeilijk wordt voor mensen om een gelijkwaardige relatie aan te gaan met mensen om hen heen. ‘Daar ligt het verschil met een gezonde zelfwaarding, waarbij je op basis van gelijkwaardigheid kan verbinden met anderen.’ Een narcist daarentegen, voelt zich verheven boven anderen en is 'eenzaam aan de top'.
Spirituele superioriteit
Ook de spirituele gemeenschap blijkt niet vrij te zijn van ego. Vonk: ‘Door onderzoek en ervaring weet ik dat het ego een heel hardnekkig dingetje is waar we allemaal last van hebben.’ Ze kwam er zelfs achter dat spirituele training in sommige gevallen juist wordt gebruikt om het ego te voeden. ‘Dat gebeurt onbewust en onbedoeld. Er zijn heel veel manieren om het ego te voeden, zoals succesvol zijn, er leuk uitzien, populair zijn of veel geld verdienen. Spiritualiteit is er ook één van. Als je je beter voelt dan anderen op basis van je spirituele inzichten, noemen we dat spirituele superioriteit.’ Roos benadrukt dat dat niet gek of slecht is. Want, zoals eerder gezegd, het is heel normaal om je iets beter te voelen dan anderen. Het zit nu eenmaal in ons, onbewust grijpen we van alles aan om ons ego op te peppen.
‘Het ego is een hardnekkig dingetje waar we allemaal last van hebben’
Spiritueel narcisme
Samen met Anouk Visser onderzocht Vonk het verschijnsel spiritueel narcisme. Ze gebruiken de term om aan te geven dat sommige mensen zich door hun spirituele training wijzer en meer verlicht voelen dan anderen, en in die zin dus superieur. ‘Dat kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn. Met spirituele ontwikkeling willen mensen boven hun ego uit te stijgen, in plaats van het ego voeden. Op die manier raak je eigenlijk verder weg van je doel. Je ego kaapt je spirituele verworvenheden.’
Hé, daar gaat mijn ego!
De oplossing ligt toevallig óók in de spirituele hoek. ‘In veel goede mindfulness trainingen is er aandacht voor dit verschijnsel. Als je de bewegingen van het ego registreert, kan je er met meer afstand naar kijken waardoor het minder impact heeft.’ Tijdens een meditatie concluderen dat je ego om de hoek komt kijken, is dus niet iets om je voor te schamen. Het gebeurt iedereen. En door het met een glimlach te registreren, doe je precies waar het om gaat bij mindfulness: zijn met wat er is, zonder oordeel.
In Mijn ego heeft altijd gelijk kun je meer lezen over de valkuilen van het ego en de uitwegen, zoals zelfcompassie en zelfontwikkeling.