Waarom zijn appels met een stickertje duurder?

Een appel is gewoon een appel zou je zeggen. Toch zie je in de supermarkt tientallen soorten met exotische naamsticker. Van Magic Star tot Fuji en van Kanzi tot SPRANK. De consument blijft vragen om nieuwe smaken, zegt de appelmarketeer, maar waarom zijn er echt zoveel appelrassen? In Keuringsdienst van waarde en Onze boerderij in Europa zoeken ze het uit.

Afname op het land, toename in je mand

In 1993 viert Nederland een appel-opbrengst van 597 miljoen kilo. Het is een record. Toch gaat het daarna minder goed met de Hollandse appel, blijkt uit cijfers van het CBS. Door internationale concurrentie en veranderende weersomstandigheden neemt de appelopbrengst af tot 236 miljoen kilo in 2022. 

Ondanks die appel-afname hebben wij in de supermarkt keuze uit meer soorten dan vroeger. Naast de oudere rassen zoals Jonagold en Elstar, liggen er steeds vaker appels met een stickertje in de schappen. En met die vaak ook duurdere appel is iets aan de hand.

‘De smaakbeleving van mensen verandert door de jaren heen’, legt appelteler Bert de Haan uit in Keuringsdienst van Waarde. ‘Vroeger aten we appels die wat zachter waren of snel melig werden. Jonge mensen willen nu een harde knapperige appel eten. De Kanzi is zo’n appel, een echt clubras.’ Maar wat is een clubras?
 

De clubappel

De clubappel wordt ook wel een concept- of marketingappel genoemd. Het zijn appels die onder een licentie worden geteeld. Het patent ligt bij een handelsveiling of supermarkt.

‘Als boer koop ik de bomen bij de club, de appels van die bomen mag ik alleen aan diezelfde club verkopen en ik draag een percentage van mijn winst af voor de marketing’, vertelt De Haan. 

Omdat een beperkt aantal telers de clubappel mag telen, zijn boeren minder afhankelijk van de vrije markt. Door een clubras te kiezen, is de boer zeker van diens appelverkoop. 

'Als er een merkstickertje op een appel zit, weet je dat er een marketingapparaat achter zit'

Appelmarketeer Marleen Stegeman

Door dit beperkte aanbod van een clubras, kan ook de prijs van de clubappel in de supermarkt worden opgedreven. Waar je voor een vrij ras als de Elstar 1,59 euro per kilo betaalt, kost het clubras Jazz bijvoorbeeld zo’n 5,10 euro per kilo. 

Het idee is dat elke schakel in de keten zo een eerlijke prijs krijgt. De realiteit is anders. ‘Olifanten dansen met olifanten’, vertelt appelteler Arjen Lamberts tegen NRC. ‘Supermarkten onderhandelen met de tussenhandel. Als het om prijzen gaat, dans ik als boer niet mee.’ 

Marketingmachine

‘Clubappels zijn niet beter’, legt fruitexpert Job van Iterson uit in Keuringsdienst van Waarde. ‘Je betaalt gewoon voor het merk.’ Ook Marleen Stegeman, die zelf al 10 jaar als appelmarketeer werkt, bevestigt dat: ‘Op het moment dat er een merkstickertje op een appel plakt, weet je dat er een marketingapparaat achter zit.’

Volgens Stegeman zit het idee van kwaliteit dan ook voor een groot deel tussen de oren. ‘We verkopen een totaalplaatje. Onze appels onderscheiden we met een mooie verpakking en een sticker. Die verpakking is het begin van de appelbeleving.’

'Clubappels zijn niet beter, je betaalt gewoon voor het merk'

Fruitexpert Job van Iterson in Keuringsdienst van waarde

Als appelveredelaar probeert Nicolas Stevens dagelijks dit soort nieuwe ‘belevingen’ te creëren. Hij streeft naar het perfecte appelras waar hij een patent op kan aanvragen. ‘Honderden rassen worden geselecteerd en gekruist. Na vijftien jaar blijven er misschien twee over’, vertelt hij in Keuringsdienst van waarde. 

De kweker heeft dertig jaar lang het alleenrecht om het nieuwe superras te telen. Daarna wordt het automatisch een vrij ras en dus voor iedereen beschikbaar. ‘De investering moet binnen dertig jaar worden terugverdiend’, concludeert Stevens. 

Keuringsdienst van Waarde
1 min 7 s
Deze video op je eigen site plaatsen

Er zijn vrije appels en clubappels. Maar hoe word je lid van zo'n club?

Toename gewasbeschermers

De veredeling van appelrassen levert dus geld op, maar ook tegen appelziektes kan veredeling een oplossing zijn. Door de juiste rassen met elkaar te kruisen, kunnen de appelbomen resistent worden tegen ziektes. Hiermee neemt ook het gebruik van pesticiden af, is het idee.

'Zonder gewasbeschermers komt er niks terecht van een goede appelproductie'

Fruitteler Leo

Toch lijkt de inzet van gewasbeschermers niet gedaald. De afgelopen zeven jaar is het aantal gifresten op appels zelfs toegenomen, blijkt in 2021 uit een analyse van meetgegevens van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) door Pesticide Action Network (PAN) Nederland.

Hans Muilerman, chemicaliëncoördinator bij PAN Europe, legt in Trouw uit dat die toename te verklaren is door de toenemende resistentie van schimmels, onkruid en schadelijke insecten. Ze kunnen het gif weerstaan. Het gevolg? Boeren gaan nog meer spuiten.

Goed gewassen?

Appels vóór consumptie nog beter wassen dus? Volgens Wieke van der Vossen van het Voedingscentrum hoeven we ons geen zorgen te maken: ‘Groenten en fruit moeten voldoen aan heel strenge normen. Die normen zijn zo gesteld dat mensen geen gezondheidsschade oplopen bij het consumeren van die voedingsmiddelen.’

Toch raadt Hans Muilerman van PAN Europe aan om voorzichtig te zijn. Hij adviseert zwangere vrouwen en kinderen om alleen biologische appels te eten. Het wassen van niet-biologische appels heeft volgens hem weinig zin: ‘De gifstoffen zitten vaak al in de schil.’ 

Volgens fruitteler Leo is het noodzakelijk om pesticiden te spuiten om goede appels te produceren. ‘Zonder gewasbeschermers komt er niks van terecht. Daarbij, in landen als Polen spuiten ze veel meer. Hoe kunnen wij met zo’n land concurreren als we niet dezelfde middelen mogen gebruiken?’

De appel ver van de boom

Polen produceert jaarlijks zo’n 3,3 miljard kilogram appels en is daarmee de grootste producent van Europa. Maar ook Brazilië, Chili, Italië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika produceren steeds meer clubappels die in de Nederlandse supermarkt te vinden zijn. Die wereldwijde concurrentie zorgt voor problemen bij Nederlandse boeren.

In 2022 komt appelteler Lambregts in het nieuws omdat hij zijn Jonagolds niet oogst. De kosten voor de pluk, het transport en de opslag in koelcellen zijn te hoog, de verkoopprijs van de appels juist te laag. Het laten hangen van het fruit leidt tot het minste verlies.

‘Ik dacht: als er zo veel biofruit naar Engeland wordt geëxporteerd, dan kan ik de appels net zo goed daar telen’

Appelboer Stein Leenders in Onze boerderij in Europa

‘Nederlandse appels laten we verrotten, terwijl we buitenlandse appels importeren’, was Lambregts boodschap in de berichtgeving. Lambregts moedigt de consument dan ook aan om Nederlandse appels te verkiezen boven de buitenlandse clubrassen. ‘Ideaal zou zijn als mensen lokaal fruit kopen dat in het seizoen is.’

 

De bioboer uit Engeland

Stein Leenders is een appelboer die zijn appels enkel lokaal afzet. De Nederlander vertrok na de landbouwschool naar Engeland om biologisch-dynamisch fruit te produceren. ‘Als er zo veel biofruit naar Engeland wordt geëxporteerd, dan kan ik de appels net zo goed in Engeland telen’, legt hij uit. 

Voor Onze boerderij in Europa reist Yvon Jaspers naar het buitenland om inspiratie op te doen bij boerenbedrijven. Hoe boeren zij? In aflevering 5 gaat ze samen met boerin Janine langs op een boerenmarkt in de buurt van Londen. Hier verkoopt Leenders zijn appels. ‘Vroeger leverde ik aan supermarkten, maar de appels die niet groot, mooi of rood genoeg waren, kon ik niet verkopen.’ Daarom nam hij het heft in eigen hand.

‘De marketingappel neemt de vrijheid van de teler weg'

Appelboer Stein Leenders in Onze boerderij in Europa

‘Op de markt kan ik direct aan mijn klanten uitleggen waarom de appels wat kleiner zijn. Ik heb controle over wat ik verkoop.’ De klanten vertellen Leenders dat zijn appels beter van smaak zijn. ‘In de gangbare appelwereld worden ze verkocht als het clubras Magic Star. Ik mag ze niet zo noemen omdat ik ze op de markt verkoop, maar het is dezelfde appel, biologisch dan.’

Kiezen voor lokaal

Leenders begrijpt waarom reguliere boeren voor een clubras kiezen, maar vindt de opkomst van de marketingappel wel problematisch. ‘Het neemt de vrijheid van de teler weg. Het zijn grote bedrijven die geld verdienen voor de aandeelhouder, niet voor ons.’

‘Hoe verder je naar het oosten gaat, hoe goedkoper de lonen worden. Dat heeft zo veel invloed op de marktprijs, daar kunnen wij niet tegenop’ 

Appelboer Stein Leenders in Onze boerderij in Europa

Ook de wereldwijde concurrentie noemt hij zorgelijk. ‘Hoe verder je naar het oosten gaat, hoe goedkoper de lonen worden. En dan heb ik het nog niet eens over de illegale arbeidsmigranten die nauwelijks worden betaald. Dat heeft zo veel invloed op de marktprijs, daar kunnen wij niet tegenop.’ 

Het is volgens Leenders niet de schuld van Oost-Europa of van de arbeidsmigranten. ‘Het zijn de rijke landen die kiezen voor een goedkope appel. We kunnen dus ook de keuze maken voor lokale producten.'

Wil je meer weten over wat je in je boodschappenmandje doet?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief Eerlijker eten.

Keuringsdienst van waarde - Marijn - Aardappel