Er is een nieuwe krachtpatser in het supermarktschap: proteïne. Daar zou je pas echt groot en sterk van worden. De spierballentaal staat op de meest uiteenlopende producten. Van chips tot crackers: fabrikanten zeggen dat ze boordevol proteïne zitten. Maar wanneer mogen producten eigenlijk met proteïne-claims pronken?
Eiwit of proteïne?
Als je fabrikanten van eiwitrijke producten moet geloven, kun je er niet genoeg van binnenkrijgen. Maar wat is proteïne eigenlijk, en hebben we het echt nodig? Voedingsdeskundige Samefko Ludidi vertelt in de Keuringsdienst van waarde-uitzending: ‘Proteïne is gewoon een andere wetenschappelijke benaming voor eiwitten.’
Eiwitten zijn belangrijke voedingsstoffen voor je lichaam. Ze zorgen voor het behoud en de opbouw van je spieren. Volgens het Voedingscentrum is 0,8 gram eiwit per kg lichaamsgewicht per dag voldoende voor de gemiddelde Nederlander.
Noodzaak
De inname van proteïne is dus belangrijk voor je lichaam. Maar waarom pronken zoveel verpakkingen van producten met proteïne? Voegen de fabrikanten extra eiwitten toe aan al die producten, of zaten ze er altijd al in? De ontwikkeling van gezond eten en bewuste keuzes maken in voeding is de afgelopen jaren gestegen. Dit blijkt ook uit cijfers die het RIVM eerder dit jaar presenteerde.
Voedingsdeskundige van de Hogeschool van Amsterdam Peter Weijs vertelt: ‘Eiwitrijke producten of maaltijden gebruiken werd jaren geleden onderzocht en nuttig bevonden bij insentieve sportbeoefening. Dat waaide over naar onderzoek bij ouderen en de laatste tijd steeds meer bij kwetbare groepen met chronische aandoening of ziekte.’
Moeten we dan allemaal extra eiwitten nuttigen na een workout? ‘Nee, probeer je met intensief trainen echt vooruit te komen dan zou je kunnen overwegen om wat extra eiwitten te nuttigen (1,2-1,5 g/kg). Maar juist ouderen die minder mobiel zijn, zwaarlijvig en met een chronische aandoening hebben juist wat ‘eiwitrijks’ nodig uit de supermarkt. Uiteindelijk gaat het om balans en variatie in een gezond voedingspatroon waarbij je bij één avondmaaltijd vaak al genoeg natuurlijke eiwitten binnenkrijgt.’ Maar er is nog een reden.
Nutri-Score
De Nutri-Score is het officiële voedselkeuzelogo in Nederland. Nu de Nutri-Score Nederlandse supermarktschappen heeft veroverd, zijn fabrikanten van voedingswaren druk bezig om de score van bewerkte producten op te krikken.
Dit kan bijvoorbeeld door vezels of eiwit toe te voegen. De mate waarin deze ingrediënten zijn toegevoegd - of van nature aanwezig zijn - kunnen voor een betere Nutri-Score zorgen. Dit maakt het voor fabrikanten een stuk aantrekkelijker om extra proteïne toe te voegen aan producten. Maar wanneer mogen ze prominent proteïne op de verpakking van hun product zetten?
Misleidende producten
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) stelt duidelijke richtlijnen voor voedingsclaims op verpakkingen. Producten waar groot ‘proteïne’ op staat, hebben vaak een ondertitel waar ‘eiwitrijk’ of ‘bron van eiwitten’ op staat.
Bestaan 20 procent van de totale calorieën van het product uit eiwit? Dan mag er ‘eiwitrijk’ op de verpakking gezet worden. Een product mag zich als ‘bron van eiwitten’ labelen bij een percentage van 12 procent.
Voorbeelden
Neem bijvoorbeeld pindakaas. Een variant met toegevoegde proteïne bevat 33 gram eiwitten per 100 gram en levert 578 kcal. Ter vergelijking: een standaardvariant pindakaas, zonder de proteïneclaim, bevat 26 gram eiwitten per 100 gram en levert 602 kcal.
De variant zonder proteïneclaim bevat verrassend veel eiwitten: maar liefst 17 procent. De variant mét proteïneclaim heeft met 22 procent nog meer eiwitten. De variant met ‘extra proteïne’ mag door de regels van NVWA zichzelf 'eiwitrijk' noemen.
Eindstand
Om te pronken met proteïne moeten fabrikanten zich aan strikte eisen van de NVWA houden. Producenten van voedingsmiddelen mogen die kwalificatie dus niet zomaar op de verpakking zetten. De vraag of we al die producten met extra eiwit ook echt nodig hebben is een tweede.
Volgens Peter Weijs draait een gezond dieet om balans en variatie, waarbij natuurlijke eiwitbronnen vaak voldoende zijn om aan de dagelijkse behoeften van eiwitten te komen.