Sinaasappels: je kunt er sap van maken of ze uit het vuistje eten. Wil je sinaasappelsap? Dan koop je perssinaasappels. Eet je liever hele partjes? Dan moet je handsinaasappels kopen. Maar waarom eigenlijk? Verschillen handsinaasappels en perssinaasappels echt zoveel van elkaar?
Ontelbaar veel soorten
De schappen liggen vol met verschillende appelrassen (denk aan Elstar, Granny Smith of Fuji), maar veel mensen weten niet dat er ook allerlei verschillende sinaasappelrassen zijn. In de supermarkt wordt namelijk enkel onderscheid gemaakt tussen hand- en perssinaasappels.
Er bestaan ongeveer 2000 sinaasappelrassen. Ongeveer honderd van deze rassen worden op grote schaal geteeld. In Nederland zijn er echter maar enkele tientallen op commerciële schaal verkrijgbaar.
Deze zijn grotendeels onderverdeeld in drie hoofdsoorten: blonde sinaasappels, navelsinaasappels en bloedsinaasappels. In de supermarkt wordt daarentegen enkel onderscheid gemaakt tussen hand- en perssinaasappels. Welke vallen daar dan onder?
Delta en Salustiana
Valencia is een voorbeeld van een typisch perssinaasappelras. Deze sinaasappels zitten strak in de schil en hebben pitten. Niet echt geschikt om zo op te eten dus.
Navelsinaasappels zijn over het algemeen vooral geschikt om uit het vuistje te eten. Je kunt deze sinaasappels herkennen aan het ‘naveltje’ aan de onderkant. Navelina is een navelsinaasappel die vaak als handsinaasappel in de schappen ligt.
Verschil handsinaasappels en perssinaasappels
Handsinaasappels zijn doorgaans de ‘mooiere’ vruchten: groot, stevig, makkelijk te schillen en vaak pitloos. Ze worden speciaal geselecteerd op eetcomfort en smaak.
Perssinaasappels daarentegen zijn meestal iets kleiner, hebben een dunnere schil (lastiger te pellen), bevatten soms pitten en hebben een vezelachtige structuur. Maar ze hebben één groot voordeel: ze bevatten erg veel sap. Perfect om sinaasappelsap van te maken dus.
Enten van sinaasappels
Door een proces dat ‘veredeling’ heet, worden fruitrassen geselecteerd en gekweekt op basis van specifieke eigenschappen. Denk aan sappigheid, pitloosheid, schilgemak of formaat.
Bij sinaasappels gebeurt dit vaak via enten: een succesvolle sinaasappelsoort wordt ‘geplakt’ op een sterke wortelstok om zo de ideale combinatie te creëren. Zo krijg je rassen die perfect zijn om uit de hand te eten, of juist ideaal zijn voor de sapcentrifuge.
Multifunctionele sinaasappels
Er zijn ook sinaasappels die geschikt zijn als perssinaasappel én als handsinaasappel. Een voorbeeld van zo’n ras is de Salustiana. Deze wordt in hetzelfde seizoen als de Navelina geoogst.
Dat zorgt ervoor dat ze vaak geperst worden, aangezien de Navelina dan als handsinaasappel verkocht wordt. Maar omdat de Salustiana beter houdbaar is in de koeling dan de Navelina, wordt deze in mei of juni nog wel eens als handsinaasappel verkocht.
Er is dan ook geen officiële EU-richtlijn die bepaalt of een sinaasappel een ‘pers’- of ‘hand’-sinaasappel is — het is vooral een kwestie van gebruikstoepassing en marktlogica.
Een perssinaasappel opeten?
Eigenlijk kunnen alle soorten sinaasappels geperst worden. Maar andersom geldt dat niet. De meeste perssinaasappels zijn namelijk niet geschikt om te pellen en op te eten.
Gert den Haan, mede-eigenaar van een groentebedrijf, vertelt: ‘Sommige klanten kopen zelfs bewust handsinaasappels om te persen. Die zijn vaak zoeter en lekker groot.’
‘Wanneer handsinaasappels schilschade hebben of niet mooi oranje zijn, worden ze ook geperst. Meestal komen die niet in de handel, maar gaan ze rechtstreeks naar de sapfabriek’, voegt Gert den Haan toe.
Regelgeving voor sinaasappels
Europese regelgeving bepaalt dat sinaasappels aan allerlei eisen moeten voldoen om in de supermarkt verkocht te mogen worden.
Ze moeten grotendeels oranje van kleur zijn, minimaal 53 millimeter groot en vrij van littekens of kneuzingen. Er is zelfs een minimaal sappercentage vastgesteld waaraan een sinaasappel moet voldoen, namelijk 30 tot 35 procent (afhankelijk van de soort).
Klassensysteem
Sinaasappels worden in klassen opgedeeld volgens de volgende kwaliteitssortering:
- Klasse I: Vrij van grote gebreken, mooie vorm, goede kleur
- Klasse II: Lichte gebreken toegestaan (vlekjes, vormafwijking)
- Niet-geklasseerd of industriekwaliteit: Cosmetisch minder aantrekkelijk, maar wel geschikt voor industriële verwerking, zoals vruchtensap
De klasse van het fruit zegt iets over het uiterlijk, niet over de smaak. In de supermarkt vind je voornamelijk klasse I-fruit: fruit dat er piekfijn uitziet. Op de markt of in toko’s kun je soms klasse II-fruit tegenkomen: fruit met een beschadigde schil of een afwijkende vorm.
‘B-kwaliteit sinaasappels (niet-geklasseerd) komen niet in de handel terecht. Deze sinaasappels gaan direct naar een sapfabriek,’ legt groenteboer Gert den Haan uit.
Zoek de verschillen
Breed genomen is er dus wel degelijk verschil tussen perssinaasappels en handsinaasappels.
Perssinaasappels zijn steviger, bevatten vaak pitten en zijn lastig te pellen. Dat maakt ze ideaal voor een jus d’orange. Handsinaasappels zijn zoeter en makkelijker te pellen. Ideaal om zo op te eten dus.
Maar onthoud: iedere sinaasappel kun je persen, niet iedere sinaasappel kun je zomaar opeten.
