Presentator Anna Gimbrère studeerde Theoretische natuurkunde en ging na haar studie aan de slag als televisieredacteur. Inmiddels presenteert ze Pointer. 

Je bent de afgelopen jaren uitgegroeid tot een bekende wetenschapspresentator. Zie je jezelf als voorbeeld voor jonge meisjes?

Anna: ‘Haha, dat zou ik een eer vinden! Maar ik denk wel dat het kan helpen om een vrouw over wetenschap te zien praten die er enthousiast over is. Ik heb het zelf wel gemist om dat te zien. Ionica Smeets (wiskundige, columnist en presentator, red.) was zo’n beetje de eerste vrouwelijke bekende wetenschapper. En toen studeerde ik al.’

Wie is een voorbeeld voor jou en waarom?

‘Meerdere… ik bewonder vrouwelijke wetenschappers als Lisa Randall, Jane Goodall en Eline van Dishoeck. Maar Angela Merkel vind ik ook een powervrouw. Verder vond ik vroeger Brigitte Bardot heel leuk omdat zij haar bekendheid inzette om op te komen voor dieren.’

Waarom is het belangrijk dat vrouwen actief zijn in de wetenschap?

‘Het is volgens mij voor elk vakgebied goed als de verschillende talenten van mannen en vrouwen gecombineerd worden. Vrouwen zijn net iets anders 'bedreven' - ze werken bijvoorbeeld anders samen. Verder denk ik dat het een gemis zou zijn om de helft van de menselijke brainpower niet te kunnen inzetten in de wetenschap.’

In welk land zijn de meeste vrouwelijke wetenschappers actief (of waar is het een mekka voor vrouwen die actief zijn in de wetenschap)?

‘Goeie vraag! Dat weet ik eigenlijk niet. Ik denk hoe geëmancipeerder het land hoe beter. Maar verrassend genoeg heb ik ook leuke vrouwelijke wetenschappers uit de Verenigde Arabische Emiraten gesproken. Daar hebben veel mannen juist andere ambities waardoor de weg vrij bleek voor ambitieuze vrouwen.’

Moeten er meer vrouwen in de wetenschap komen?

‘Wat mij betreft zijn er nooit genoeg wetenschappers. Dus mannen en vrouwen, allebei goed. De spreiding is nu best oké. Alleen in de technische wetenschappen zijn vrouwen nog sterk in de minderheid. Maar in andere vakgebieden zijn mannen weer in de minderheid. Ik denk dat dat ook deels met interesse en talent te maken heeft.’

Vind je dat meer vrouwelijke wetenschappers iets in de media moeten worden?

‘Ik denk dat dat geen kwaad kan! Sowieso helpt het als vrouwelijke wetenschappers zich meer op tv laten zien. Wat mij opvalt is dat vrouwen, gemiddeld gezien, bescheidener zijn en snel hun mannelijke collega’s naar voren schuiven. Dat is zonde. Ik hou van wetenschap en ik vertel er graag over. Maar ik ben te breed geïnteresseerd om me helemaal te specialiseren in kleine details. Ik houd van het grote plaatje. Dus doorvertellen wat anderen hebben onderzocht is een droombaan.’