We doen het allemaal, maar waar dromen vandaan komen en waarom je überhaupt droomt is voor de meeste mensen een ver-van-mijn-bed-show. Wij zetten daarom de belangrijkste informatie voor je op een rijtje.

REM-slaap

Dromen gebeurt vooral tijdens de REM-slaap: de laatste fase in de slaapcyclus waar je hersenen ongeveer net zo actief zijn als wanneer je wakker bent, maar je lichaam als het ware 'verlamd' is omdat je spieren volledig ontspannen zijn.

Zó ontstaat een droom

Tijdens deze fase ontstaat er een neuropsychologisch proces in je hersenen. De hersenen maken willekeurige signalen, die gelijk zijn aan de signalen die overdag gemaakt worden. Deze signalen mengen zich met je geheugen en zo ontstaat er een droom.

Iedere nacht doorloop je ongeveer vijf van dat soort REM-periodes, wat betekent dat je per nacht dus meerdere dromen beleeft. Gemiddeld droom je zo'n drie tot vijf keer per nacht. Maar omdat de fases waarin je droomt gedurende de nacht steeds langer worden, herinner je je meestal alleen je laatste droom.

Iedereen droomt

Sommige mensen beweren dat ze nooit dromen, maar dat is flauwekul. Je mag jouw dromen dan misschien niet bewust meemaken, dat je ze hebt is een feit. De één onthoudt ze simpelweg beter dan de ander.

We weten dus heel goed wanneer je droomt en wat er tijdens het dromen in je hersenen gebeurt, maar waarom je precies droomt is nog een raadsel. Toch zijn er veel theorieën die het fenomeen proberen te duiden.

Proces

Zo wordt er gedacht dat dromen allemaal draait om gegevensverwerking- en opslag. Alles wat je overdag hebt meegemaakt, wordt tijdens je slaap gefilterd en opgeruimd. Alles wat nuttig is krijgt een plek in je langetermijngeheugen en wat overbodig is verdwijnt. Op die manier zijn dromen dus een weerspiegeling van het verwerken, begrijpen én opslaan van alles wat je meemaakt.

Maar er wordt ook gedacht dat dromen werken als therapie, ze ons leren omgaan met bedreigende situaties, onze creativiteit vergroten of dat het boodschappen zijn vanuit ons onderbewustzijn.

Waarom je dan ook mag dromen en wat ze dan ook mogen betekenen, dat er voordelen zitten aan het hebben van een actief droomleven moge duidelijk zijn. Daarom geven we vijf tips om jouw droomleven een oppepper te geven.

1. Verbeter je slaapkwaliteit

Je slaapkwaliteit verbeteren is altijd een goed idee (Een sterker immuunsysteem! Een positievere mindset! Minder stress!). Leg een uur voordat je gaat slapen je telefoon weg, zet laptop en televisie uit en zorg voor een donkere en geventileerde slaapkamer. Goede slaapomstandigheden zijn belangrijk voor een goede nachtrust, en dat draagt op zijn beurt weer bij aan een actiever droomleven.

2. Weg met de wekker

Je droomt het meest tegen het einde van je slaapcyclus. Je wekker wil jouw dromen dan nog wel eens bruut onderbreken. Weg ermee dus! (We raden je wél aan deze tip vooral in het weekend uit te proberen).

3. Geniet met mate

Pas op met alcohol voordat je gaat slapen. Te veel alcohol, maar ook drugs en te veel medicijnen, verstoren je REM-slaap.

4. Houd pen en papier in de aanslag

Wist je dat je binnen 5 minuten al 50 procent van je dromen vergeten bent als je wakker wordt? En na 10 minuten is dat zelfs 90 procent. Zonde! Gelukkig bestaan er trucjes om je dromen beter te leren onthouden. Leg een droomdagboek naast je bed waarin je na het wakker worden alles opschrijft wat je nog weet. Waar was je, en met wie? Wat zag je? Hoe voelde je je? Kon je bepaalde symbolische betekenissen herkennen? Zo train je jezelf je dromen te onthouden én te analyseren.

5. Zet een droomintentie

Je kunt vlak voor het slapengaan een mantra opzeggen, dat je je dromen wilt onthouden. Omdat je dan terwijl je wakker bent al met je dromen bezig bent, verbind je je dag- en nachtbewustzijn met elkaar. Zo kun je je dromen makkelijker onthouden.