Deskundige Mieke van Stigt: ‘Pesten is nooit de schuld van het slachtoffer’

Op 19 april is het de Dag tegen het Pesten. Zo’n dag is helaas nodig, want pestgedrag is een groot maatschappelijk probleem dat veel mensen treft, weet ook socioloog Mieke van Stigt.

Wie vier maanden lang is gepest, ondervindt daar blijvende gevolgen van. Mieke van Stigt werd als kind niet vier maanden, maar acht jaar lang gepest op school. Dat tekende haar voor het leven. Jaren later schreef ze er een boek over: ‘Alles over Pesten’. Zin in morgen vroeg haar wat mensen moeten weten over dit nare gedrag dat zoveel slachtoffers maakt.

Pestgedrag is niet normaal, maar wel overal

“Als je over straat loopt en een voorbijganger zegt ineens: 'wat heb jij een lelijke kop', dan zal iedereen dat raar vinden. Zo ga je niet met elkaar om. Zulk gedrag doe je niet af met ‘ah joh, geintje, moet kunnen’, het is gewoon ongepast.

Op straat zul je waarschijnlijk snel weglopen of doorlopen. Maar als je dag in dag uit bent overgeleverd aan een groep waarin dit gebeurt, dan kan dat niet. Je moet elke dag weer naar die klas of dat kantoor. Of naar die redactie van een sportprogramma waar een groepje collega’s het op jou heeft voorzien.”

Niemand verdient het om gepest te worden

“Het eerste wat we ons moeten realiseren is dat echt helemaal niemand het verdient om gepest te worden. Het is niet iets wat je over je afroept door te zijn wie je bent. Je kunt rood haar of een afwijkend postuur hebben, of verlegen zijn, maar daarom horen mensen je niet ongepast te behandelen. Bovendien is het geen verklaring want je kunt ook rood haar hebben en hartstikke populair zijn in de klas.

Waarom gebeurt het dan toch? Het antwoord: omdat het niet wordt gecorrigeerd. Het zou logisch zijn dat een klasgenoot meteen zegt: doe even normaal, maar vaak gebeurt dat niet omdat er een diepe behoefte is aan groepsvorming. Om de groepsband te bevestigen wordt daar iemand bij gezocht die buitengesloten kan worden. En ja, dat is altijd iemand die kwetsbaar is om wat voor reden dan ook. Het slachtoffer is dus niet de verklaring voor het pesten, dat is het groepsgedrag. Zie het als een boom in het open veld die door de bliksem wordt getroffen. Die boom is daar niet schuldig aan, hij is gewoon de klos.”

Maak de omgeving veilig

“Wanneer je kind vertelt dat het wordt gepest, zul je vooral een luisterend oor moeten bieden. Leg uit dat het niet aan hem of haar ligt, maar aan een groep die dit gedrag denkt nodig te hebben. Vertel de leerkracht dat dit gebeurt en dat jouw kind dit niet verdient. De echte oplossing ligt namelijk op de plek waar het pesten plaatsvindt. Daar moet je ingrijpen. Dat is niet eenvoudig, maar het kan.

De omgeving als geheel moet veiliger worden gemaakt, je moet het pesten vóór zijn. Maak vanaf het begin duidelijke afspraken over omgangsvormen. Als die er zijn, is het gemakkelijk om afwijkend gedrag te benoemen: hee, dat hadden we zo niet afgesproken. We zouden niemand buitensluiten maar juist elkaar respecteren en steunen.

En heel belangrijk: benader het op een positieve manier: 'We maken allemaal fouten, dat kan gebeuren, maar laten we het dan ook weer goed maken'. Dan kunnen we met elkaar verder.”

Foto: Lize Kraan