De temperatuur daalt, de dagen worden korter en we zien steeds minder daglicht: het is tijd om de klok weer terug te zetten. Elk jaar in het laatste weekend van oktober gaat de wintertijd in. We zetten onze klok dan een uur terug én kunnen een uurtje langer slapen. Maar dit heeft meer gevolgen voor je lichaam dan je denkt. Daarom geeft Zentijd je vijf tips om je goed voor te bereiden op de wintertijd. 

Minder tijd, minder kosten

De wintertijd is eigenlijk onze normale tijd. Om kosten te besparen schakelen we sinds 1981 elk laatste weekend van oktober terug van de zomertijd naar deze ‘standaardtijd’. Het idee was dat er in de zomertijd zo minder elektriciteit zou worden verbruikt. Hoewel dat economische voordeel er nu niet meer is, verzetten we wel nog steeds twee keer per jaar onze klok.

Dit jaar valt de wintertijd in de nacht van 25 op 26 oktober. Om 03.00 uur in de nacht schakelen al onze telefoons, laptops en klokken (al moet je die toch echt zelf even terugzetten) een uur terug. Hierdoor kan jij een uurtje langer doorslapen, wordt het ’s avonds eerder donker én kan jouw eigen biologische klok weleens op hol slaan.

 

Tegen de (biologische) klok in

Elk lichaam heeft een eigen ritme. Dit noemen we ook wel onze biologische klok of het circadiaans ritme. Deze klokgenen regelen je dag- en nachtritme, helpen je ’s avonds in slaap vallen en ’s ochtends fris wakker worden. Maar wanneer de tijd met een uur wordt teruggezet, kan dit ritme weleens worden verstoord.

Zo kan je slaapritme in de dagen na de klokverzetting uit balans raken. ’s Avonds kan je nauwelijks inslapen en ’s ochtends uit je bed komen lijkt een stuk moeilijker. Door deze ‘mini-jetlag’ kan jij minder gefocust zijn, je meer vermoeid voelen en weleens een beetje humeurig zijn.

 

Zo hou jij balans

Bang voor een op hol geslagen klok? Geen paniek: met deze tips help jij jouw lichaam wennen aan de wintertijd.

1 Een vast ritme

Consistentie is key! Probeer je daarom zoveel mogelijk aan een vast slaapritme te houden. Ga elke dag rond dezelfde tijd naar bed en sta op dezelfde tijd op. Vermijd dutjes of lang uitslapen (ja echt, óók in het weekend), want dit kan je slaapritme verstoren.

2 Veel daglicht

Daglicht is dé natuurlijke regulator van jouw biologische klok. Omdat het in de winter maanden een stuk donkerder is, kan dit zorgen voor onrust en minder energie. Ga daarom zoveel mogelijk op zoek naar daglicht, vooral in de ochtend. Dus: open ‘s morgens zo snel mogelijk je gordijnen, maak een buitenwandeling en houdt binnen goed verlicht.

3 Meditatie en mindfulness 

De wintertijd kan je mentale welzijn beïnvloeden. Een korte meditatie in de ochtend of voor het slapengaan, helpt jou om alle stress los te laten. Ook andere vormen van mindfulness, zoals het luisteren naar rustgevende muziek, mindful wandelen of het opschrijven van je emoties en gevoelens, zorgen dat je lichaam en geest tot rust komen.

4 Yoga en beweging

Beweging helpt niet alleen je lichaam, maar ook je geest ontspannen. Zo kan een yogales je weer helemaal terugbrengen naar het hier en nu. Probeer in de wintertijd ’s avonds een rustgevende yogales te volgen zodat jij ontspannen je bed in duikt. Kom je ’s ochtends niet je bed uit? Start je dag met een intensieve yogales voor een echte energieboost. 

Yoga nu mee met Zentijd op NPO Start.

5 Avondroutine 

Ook een vaste routine in de avond helpt je hersenen uitschakelen en je voor te bereiden op een goede nachtrust. Zo weet jouw lichaam wanneer het tijd is om te gaan slapen en word je niet verward door de donkere dagen. Lees bijvoorbeeld een paar bladzijden van een goed boek, een rustige yogales of het nemen van een warm bad. Én, leg je telefoon ten minste dertig minuten voor je bedtijd weg. 

lees ook